Vragen van het lid Paulus Jansen (SP) aan de staatssecretaris Financiën over de saldering van energiebelasting bij teruglevering van duurzaam opgewekte elektriciteit (ingezonden 28 oktober 2011).

Vraag 1

Bent u op de hoogte van het feit dat er in de markt onduidelijkheid is over saldering van energiebelasting boven een teruglevering van duurzaam opgewekte elektriciteit van meer dan 5000 kWh per jaar en van het feit dat sommige energiebedrijven wel energiebelasting salderen boven voornoemde grens en andere niet?

Vraag 2

In hoeverre is in de Wet op de energiebelasting een maximum opgenomen ten aanzien van de saldering van energiebelasting bij teruglevering van duurzaam opgewekte elektriciteit?

Vraag 3

Klopt het dat artikel 50 tweede lid van de Wet op de energiebelasting verwijst naar artikel 31c tweede lid van de Elektriciteitswet 1998 en dat dit artikel niet (meer) bestaat? Zo ja, wat is daarvan de consequentie in het licht van de geschetste problematiek?

Vraag 4

Wat is volgens u de juiste interpretatie van de wet op dit punt?

Vraag 5

Indien volledige saldering volgens de wet mogelijk is, kunnen producenten van duurzame energie die meer dan 5000 kWh hebben afgenomen, maar ook meer dan dat aan het net hebben geleverd, dan met terugwerkende kracht saldering van energiebelasting tegemoet zien?

Vraag 6

Op welke wijze wordt gecontroleerd of het saldo van de energiebelasting die de energiebedrijven innen en hun afdracht aan de staat c.q. restitutie op grond van de salderingsregeling gelijk is aan 0?

Vraag 7

Bent u bereid om deze vragen te beantwoorden vóór het wetgevingsoverleg energie op 21 november a.s.?

Naar boven