Vragen van het lid Dikkers (PvdA) aan de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken over aanbestedingen van donorlanden die grotendeels bij de donorlanden zelf terecht komen (ingezonden 27 oktober 2011).

Vraag 1

Kunt u toelichten wat het exacte percentage is dat Nederland uitgeeft aan donorhulp via het Nederlandse bedrijfsleven en welk percentage Nederland uitgeeft aan donorhulp via andere internationale bedrijven?

Vraag 2

Kunt u toelichten of Nederland zich houdt aan de afspraken die gemaakt zijn onder de declaraties van Parijs (2005) en Accra (2008), waarin expliciet melding gemaakt wordt gemaakt van het terugdringen van «gebonden» hulp? Indien ja, op welke wijze geeft Nederland hier uitvoering aan? Indien nee, waarom niet?

Vraag 3

Kunt u aangeven welk percentage van Nederlandse donorhulp aan lokale aanbestedingen wordt uitgegeven? Kunt u hierbij specifiek aangeven op welke wijze Nederland gehoor geeft aan de Accra Agenda voor Action (AAA), paragraaf 18 (c), waarin donoren worden opgeroepen om lokale en regionale aanbestedingen te stimuleren?1

Vraag 4

Kunt u toelichten op welke wijze Nederland uitvoering geeft aan de in de Accra Agenda voor Action (AAA) genoemde afspraak op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen (paragraaf 18, punt d)?

Vraag 5

Op welke wijze bieden ambassades het Nederlandse bedrijfsleven ondersteuning bij het aangaan van transparante en open aanbestedingen?

Vraag 6

Daar u in uw eerdere beantwoording, aan geeft dat aanbestedingsprocedures «niet nodeloos ingewikkeld dienen te zijn,2 wat verstaat u onder nodeloos en op welke wijze gaat u zorg dragen dat deze procedures versoepeld gaan worden?2

Vraag 7

Hoeveel van het Nederlandse Official development assistance (ODA)-budget gaat respectievelijk naar het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties, stichtingen en individuele consultants?

Vraag 8

Op welke wijze bent u van plan om u in te zetten voor versterking van lokale aanbestedingssystemen, als voor de bevordering van een «level playing field»? Kunt u aangeven wat u precies verstaat onder een level playing field?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Dikkers, ingezonden 16 september 2011 (vraagnummer 2011Z17857).


X Noot
1

http://www.oecd.org/dataoecd/58/16/41202012.pdfhttp://www.oecd.org/dataoecd/58/16/41202012.pdf

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 292.

Naar boven