Vragen van de leden Van Gerven en Leijten (beiden SP) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de banden van de minister met de tabaksindustrie en falende rookpreventie (ingezonden 27 oktober 2011).

Vraag 1

Wat is uw oordeel over berichten in de media die reppen van ongeoorloofde banden tussen uw ministerie en de tabaksindustrie?1

Vraag 2

Klopt het dat uw ministerie heeft deelgenomen aan een werkbezoek bij de tabaksindustrie Imperial Tobacco in Joure? Zo ja, wat was het nut van dit werkbezoek? Wat is uw oordeel daarover?

Vraag 3

Deelt u de mening dat uw ministerie tot doel heeft de volksgezondheid te bevorderen? Zo nee, wat is naar uw mening het doel van uw ministerie? Zo ja, wilt u toelichten hoe een schoolreisje van ambtenaren naar de tabaksindustrie de volkgezondheid bevordert?

Vraag 4

Hoe vaak zijn er sinds uw aantreden contacten geweest tussen de tabaksindustrie en haar lobby en uw ministerie? Zijn deze contacten geïntensiveerd sinds uw aantreden?

Vraag 5

Onderschrijft Nederland de richtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) neergelegd in het Framework Convention Tobacco Control (FCTC)?

Vraag 6

Betekent dit niet dat alle banden en contacten met de tabaksindustrie en haar lobbyisten dienen te worden verbroken, indachtig het principe dat je malaria niet bestrijdt door de mug uit te nodigen?

Vraag 7

Zijn er kabinetsleden die nu of in het verleden op enigerlei wijze banden hebben gehad met de tabaksindustrie of lobbywerk voor de tabaksindustrie hebben verricht? Zo ja, wie waren dat en wat was precies hun band?

Vraag 8

Zijn er ambtenaren op uw of andere ministeries die op enigerlei wijze financiële belangen hebben bij de tabaksindustrie? Zo ja, wilt u dan een einde maken aan deze belangenverstrengeling? Zo neen, waarom niet?

Vraag 9

Als u niet weet of een dergelijke belangenverstrengeling bestaat, bent u dan bereid dit uit te laten zoeken en daar duidelijke regels over af te spreken? Zo neen, waarom niet?

Vraag 10

Welke richtlijnen gelden op het ministerie ten aanzien van contacten met lobbyisten en het bewaren van de integriteit? Wilt u toelichten hoe de contacten met de tabaksindustrie passen binnen deze richtlijnen?

Vraag 11

In hoeverre hebben partijen als de VVD en de PVV de afgelopen tien jaar subsidies van de tabaksindustrie ontvangen, of zijn deze partijen gesponsord door de tabaksindustrie? Indien u deze vraag niet kunt beantwoorden, deelt u dan de mening dat het deze partijen zou sieren indien zij openheid zouden geven over hun sponsors? Zo nee, waarom niet?

Vraag 12

Wat is uw oordeel over het door Stivoro en de Universiteit van Maastricht uitgevoerde onderzoek dat zou uitwijzen dat door het stoppen van de farmacologische vergoeding van antirookmedicijnen en de massamediale campagnes over de negatieve effecten van roken en meeroken tot 2020 600 mensenlevens kost? Onderschrijft u de resultaten van dat onderzoek? Zo ja, leidt uw beleid dan niet tot 600 vermijdbare sterftegevallen?2 Zo neen, trekt u dan de resultaten van dat onderzoek in twijfel? Waarop baseert u dan uw mening?

Vraag 13

Herinnert u zich uw antwoord op eerdere schriftelijke vragen3 waarin u stelt dat u een tabaksontmoedigingsbeleid voert? Welke bijdrage aan uw ontmoedigingsbeleid hebben bezoeken van ambtenaren aan de tabaksindustrie en contacten met de lobby? Erkent u dat dit weinig vertrouwen wekt in de effectiviteit en waarachtigheid van uw ontmoedigingsbeleid? Wilt u uw antwoord toelichten?

Vraag 12

Herinnert u zich uw antwoord op eerdere schriftelijke en mondelinge vragen waarin u benadrukt dat uw tabaksontmoedigingsbeleid is gebaseerd op het verstrekken van informatie op basis waarvan de burger een «leefstijlkeuze» kan maken? Moet hieruit worden afgeleid dat u gelooft dat mensen roken omdat ze niet op de hoogte zijn van de schadelijkheid, en dat nicotineverslaving louter berust op een «leefstijlkeuze»?

Wilt u uw antwoord toelichten?3 en 4


X Noot
1

Zembla. Minister van tabak. 21 oktober 2011.

X Noot
2

Tabaksbeleid Minister Schippers kost onnodig extra mensenlevens. Persbericht Stivoro 21 oktober 2011.

X Noot
3

Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, Aanhangsel van de Handelingen nr. 3565

X Noot
4

Mondelinge Vragenuur, 25 oktober 2011.

Naar boven