Vragen van het lid Bouwmeester (PvdA) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het familiebeleid in de GGZ dat vaak niet op orde blijkt te zijn (ingezonden 27 oktober 2011).

Vraag 1

Kent u het bericht «Familiebeleid GGZ vaak niet op orde»?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat een goed familiebeleid een belangrijke bijdrage kan leveren aan goede zorg voor en het (mede) voorkomen van uitval van cliënten in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ), en ook kan helpen bij een vroegtijdige signalering van de escalatie van problemen bij een cliënt?

Vraag 3

Deelt u de mening dat het zorgelijk is dat veel GGZ-instellingen hun familiebeleid onvoldoende op orde hebben, zoals blijkt uit de enquete van het meldpunt Meld je zorg van het Landelijk Platform GGZ in samenwerking met het Fonds Psychische Gezondheid? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom wel? Welke stappen gaat u nemen om een goed familiebeleid te waarborgen?

Vraag 4

Bent u van mening dat een goed familiebeleid dat in evenwicht is met de privacy van de cliënt en het beroepsgeheim van de behandelaar effectieve steun kan geven en mede problemen kan voorkomen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u dit toelichten?

Vraag 5

Bent u bekend met de signalen van familieleden dat het regelmatig voorkomt dat zij het als eerste doorhebben als de geestelijke gezondheidssituatie van een cliënt verslechtert, maar dat op meldingen daarover – zowel binnen als buiten kantoortijden – niet altijd een effectieve reactie komt, met als gevolg dat de situatie uit de hand loopt? Vindt u deze berichten zorgelijk? Kunt u de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) vragen dit probleem mee te nemen in het lopende onderzoek? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Bent u bereid, aangezien het te vaak niet goed gaat, uw verantwoording te nemen en aan te sturen op een goed familiebeleid binnen de GGZ? Zo ja, op welke wijze gaat u hier vorm aan geven? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Wat is de stand van zaken wat betreft de uitvoering van de motie Joldersma cs die de regering verzoekt te bevorderen dat in elke GGZ-instelling een familievertrouwenspersoon beschikbaar is?2 In welk percentage van het aantal instellingen is wel een familievertrouwenspersoon, en in welk percentage nog niet? Wat is de inzet om te komen tot een familievertrouwenspersoon in elke GGZ-instelling?

Vraag 8

Bent u bekend met de uitspraak van de Raad van State dat familieleden na suïcide het behandeldossier van de overleden cliënt niet mogen inzien? Deelt u de mening dat het inzien van het behandeldossier niet alleen wenselijk is als familieleden twijfels hebben over de behandeling van de overledene, maar ook een belangrijke bijdrage kan leveren aan de rouwverwerking van de nabestaanden? Bent u bereid dit punt mee te nemen in het onderzoek naar inzage in het medisch dossier? Op welke wijze wordt uw toezegging vormgegeven, om onderzoek te doen naar de mogelijkheid om in Nederland een landelijke onafhankelijke commissie in te stellen naar Zwitsers voorbeeld, die oordeelt of nabestaanden het dossier geheel of gedeeltelijk in mogen zien?


X Noot
1

http://www.platformggz.nl/lpggz/download/common/persbericht-familiebeleid-doc.pdf

X Noot
2

Kamerstuk 29 452, nr. 113.

Naar boven