Vragen van het lid
Schouw
(D66) aan de minister van Veiligheid en Justitie en aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de wijze waarop
Nederland invulling geeft aan de levenslange gevangenisstraf (ingezonden 20 oktober 2011).
Vraag 1
Bent u bekend met het Forum Levenslang, bestaande uit personen afkomstig uit de strafrechtspleging, wetenschap, gezondheidszorg
en levensbeschouwing, dat pleit voor een meer menselijke uitvoering van de levenslange gevangenisstraf?
Vraag 2
Bent u bekend met het voorstel van het Forum waarin wordt gepleit voor de mogelijkheid van voorwaardelijke invrijheidstelling
van levenslanggestraften?
Vraag 3
Hoeveel levenslang gestraften kent Nederland op dit moment?
Vraag 4
Bent u van mening dat een levenslange gevangenisstraf daadwerkelijk levenslang moet zijn?
Zo ja, kunt u toelichten op grond van welke feiten en omstandigheden u dit gerechtvaardigd acht? Zo nee, kunt u toelichten
wat uw opvatting hierover is en op welke feiten en omstandigheden uw opvatting gebaseerd is?
Vraag 5
Deelt u de mening dat een grondige beoordeling van delictgevaarlijkheid met de mogelijkheid van resocialisatie in het kader
van voorwaardelijke invrijheidstelling na twintig jaar wenselijker is dan een tijdelijke gevangenisstraf van dertig jaar,
die ook eindigt wanneer er bij de dader geen enkele verandering heeft plaatsgevonden? Op grond van welke overwegingen?
Vraag 6
Hoe verhoudt volgens u het resocialisatiebeginsel van artikel 2, tweede lid van de Penitentiaire Beginselenwet, zich tot de
levenslange gevangenisstraf?
Vraag 7
Klopt het dat Nederland als enige EU-land geen wettelijke regeling kent voor verkorting van de levenslange gevangenisstraf?
Hoe verhoudt de afwezigheid van een wettelijke regeling zich in uw optiek tot artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten
van de Mens (EVRM)?
Vraag 8
Kunt u toelichten op welke wijze het gratieverzoek op dit moment ten aanzien van levenslanggestraften in de praktijk wordt
toegepast en welke factoren worden meegewogen bij de beoordeling van het verzoek?
Vraag 9
Wat vindt u van het voorstel van het Forum om na minimaal twintig jaar gevangenisstraf op verzoek van de gedetineerde of op
vordering van het Openbaar Ministerie en door middel van een rechterlijke toets een voorwaardelijke invrijheidstelling mogelijk
te maken?
Vraag 10
Bent u het met het Forum eens dat een rechterlijke toetsing de meest geëigende weg is om invulling te geven aan de verdragseisen
van het EVRM? Zo nee, wat zijn uw bezwaren tegen de voorgestelde rechterlijke toetsing?
Vraag 11
Klopt het dat Duitsland in verband met het Kaderbesluit wederzijdse erkenning strafvonnissen (2008/909) aan Nederland heeft
gevraagd om een rechterlijke toetsing in te voeren? Zo ja, wat was uw reactie op dit verzoek?
Vraag 12
Hoe verhoudt het Kaderbesluit wederzijdse erkenning strafvonnissen (2008/909) zich tot het Nederlands recht inzake levenslange
gevangenisstraf dat als enige dan wel een van de weinige rechtstelsels binnen de Europese Unie geen voorwaardelijke of vervroegde
invrijheidstelling kent?
Vraag 13
Welke procedure(s) acht u aangewezen om te voorkomen dat een verzwaring van een levenslange gevangenisstraf plaatsvindt in
de situatie waarin een opgelegde levenslange gevangenisstraf uit een ander EU-land wordt overgenomen voor executie in Nederland
zonder dat deze straf door de Nederlandse rechter is aangepast in lijn met artikel 8 lid 3 van het Kaderbesluit? Welke procedurele
garanties zijn daarbij van toepassing om te waarborgen dat de straf inderdaad niet in strijd met het Kaderbesluit wordt verzwaard?
Vraag 14
Hoeveel keer is sinds de inwerkingtreding van de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen (WOTS) in 1986 een verzoek
aan Nederland gedaan om de tenuitvoerlegging van een levenslange gevangenisstraf over te nemen? Hoeveel van die verzoeken
zijn ingewilligd? Op welke wijze is rekeninggehouden met buitenlandse regelingen voor voorwaardelijke en vervroegde invrijheidstelling?
Vraag 15
Bent u bereid om het voorstel van het Forum Levenslang in overweging te nemen, dan wel in ieder geval te reageren op het voorstel
en daarbij uw overwegingen te noemen die voor u van belang zijn bij beoordeling van dit voorstel?