Vragen van het lid Hernandez (PVV) aan de minister van Defensie over het bericht dat Defensie met de koop van de Frisc rubberboten voor het Korps Mariniers een peperdure en levensgevaarlijke kat-in-de-zak heeft gekocht (ingezonden 18 oktober 2011).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Marine het schip in met rubber-Titanic?»1

Vraag 2

Klopt het dat een Britse marineofficier, die aan het materieelproject is verbonden, een brandbrief aan Defensie heeft geschreven waarin hij de vaartuigen «ondeugdelijk» en «levensgevaarlijk» noemt en aangeeft dat zowel het ontwerp, de productie als de constructie volledig ontoereikend zijn voor militaire doeleinden? Zo ja, wat is uw reactie op dit verontrustende bericht?

Vraag 3

Deelt u de mening van deze Britse expert dat de levens van onze mariniers in gevaar zijn en dat regelrechte catastrofes bij testvaarten op de Noordzee en op de Cariben slechts door geluk en uitstekend zeemanschap zijn voorkomen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Klopt het dat bij de mankementen van de marineboten onder andere het systeem dat het vaartuig na kapseizen vanzelf weer laat omdraaien ontbreekt, metaalconstructies die de radar moeten dragen afbreken, schroeven uit het dek trillen en de eerste haarscheuren in het frame zijn gesprongen?

Vraag 5

Zo ja, hoe staan bovenstaande ernstige mankementen in relatie tot het plan om dit jaar nog zeven boten in gebruik te nemen? Bent u het met ons eens dat de veiligheid van onze mariniers hier voorop dient te staan?

Vraag 6

Is het in het uiterste geval nog mogelijk om te stoppen met dit project? Zo ja, kan Defensie dan de al gemaakte kosten verhalen op de fabrikant? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Kunt u deze vragen ruim voor aanvang van het Wetgevingsoverleg Materieel van 7 november 2011 beantwoorden?


X Noot
1

De Telegraaf, zaterdag 15 oktober, pagina 3.

Naar boven