Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de onduidelijkheid rond inkomens van huisartsen en onderzoek van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) (ingezonden 14 oktober 2011).

Vraag 1

Bent u bereid naast de Nza een tweede instantie, bijvoorbeeld een universitair onderzoeksinstituut dat het vertrouwen geniet van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV), te betrekken bij het vaststellen van het werkelijke inkomen van de huisarts in Nederland? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 2

Bent u bereid de LHV bij de onderzoeksopzet, de onderzoeksvraagstelling en het proces te betrekken, zodat de opzet van het onderzoek zowel door u als de LHV wordt gesteund? Zo neen, waarom niet?

Vraag 3

Hoe beoordeelt u de situatie van 2 500 huisartsen in loondienst en de huisartsen die niet gaan voor het grote geld, waarvan vaststaat dat zij geen 150 000 euro bruto inkomen hebben, in het licht van de bezuiniging van 132 miljoen euro die gebaseerd is op het uitgangspunt dat een huisarts in Nederland gemiddeld een inkomen van 150 000 euro verdient? Is de bezuinigingsmaatregel voor deze groep wel terecht?

Vraag 4

Op welke wijze moet de volgende huisartsenmaatschap volgens u een bezuiniging van circa 60 000 euro realiseren, zonder dat dit leidt tot een vermindering van het personeelsbestand en erosie van de kwaliteit van de geboden huisartsenzorg?1

Vraag 5

Kunt u de risico’s schetsen voor de toegankelijkheid en kwaliteit van de huisartsenzorg in Nederland door de bezuiniging van 9% in 2012?

Vraag 6

Wat vindt u van het gegeven dat de ziekenhuiszorg, ondanks overschrijdingen, wel met ruim 2% mag groeien terwijl, ondanks uw uitgangspunt dat de eerste lijn moet worden versterkt en substitutie van de ziekenhuizen naar de huisartsen moet plaatsvinden om redenen van kwaliteit en doelmatigheid, op de huisartsenzorg 9% in 2012 wordt gekort?2

Vraag 7

Vreest u niet dat door de bezuinigingen er meer patiënten naar de tweedelijn zullen worden verwezen? Zo neen, waarom niet?

Vraag 8

Bent u bereid bij het onderzoek naar de inkomens van huisartsen ook te kijken naar de beloningssystematiek en of de toegenomen variabilisering en betaling per verrichting wel zo wenselijk is? Wilt u de voor- en nadelen van het abonnementensysteem passend bij de doorgaans langdurige relaties tussen de huisarts en de patiënt vergelijken met het huidige gemengde systeem?

Vraag 9

Bent u bereid de voorgenomen bezuiniging van 132 miljoen euro met 1 jaar uit te stellen nu er kennelijk onduidelijkheid bestaat over het daadwerkelijke gemiddelde inkomen van de huisarts in Nederland?

Vraag 10

Wilt u deze vragen beantwoorden voor vrijdag 4 november 2011?


X Noot
1

Het betreft een huisartsenmaatschap van drie huisartsen die allen voor 0,8 fte werken met een praktijk van 7 037 patiënten in een achterstandsgebied. Zij hebben een huisarts in dienst van de huisarts voor 50%, een waarnemer voor 0,8 fte en ruim 5,1 fulltime arbeidsplaatsen aan doktersassistenten en praktijkondersteuners. Voor de huisarts blijft een verzamelinkomen van 66 239 euro inkomen per jaar over. Een praktijk die synoniem staat voor 2 500 huisartsen in loondienst dan wel huisartsen die niet gaan voor het grote geld maar de patiënt centraal stellen.

X Noot
2

Financieel beeld zorg. Rijksbegroting 2012. Pagina 187.

Naar boven