Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over commercieel draagmoederschap in Nederland (ingezonden 12 oktober 2011).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht over commercieel draagmoederschap in Nederland?1 Herinnert u zich tevens de Kamervragen van Arib over commercieel draagmoederschap in India?2

Vraag 2

Wat zijn de uitkomsten van de expertmeeting die eind maart/begin april heeft plaatsgevonden over draagmoederschap en illegale opneming van kinderen? Geven de uitkomsten van deze expertmeeting u aanleiding maatregelen ter zake te treffen? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Deelt u de mening dat het feit dat het afstammings- en adoptierecht geen specifieke bepalingen omtrent draagmoederschap bevatten, leidt tot onduidelijkheid over de juridische positie van kinderen die worden geboren na draagmoederschap en tot onzekerheid over de juridische positie van wensouders en draagouders? Zo ja, bent u voornemens beleid dan wel wetgeving dienaangaande te ontwikkelen of aan te passen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Waarom kent het Nederlandse recht geen helder onderscheid tussen altruïstisch en commercieel draagmoederschap? Acht u een dergelijk onderscheid noodzakelijk? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Deelt u de mening dat eenduidig inzicht moet worden verkregen in de aard en omvang van (commercieel) draagmoederschap en illegale opneming van kinderen? Bent u in dat verband voornemens een doorzichtige meldingstructuur te ontwikkelen voor de verschillende instanties die met deze problematiek in aanraking komen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

In hoeverre is er sprake van praktijken die wettekst verboden zijn? Hoe wordt de wet in dit verband gehandhaafd?


X Noot
1

Eenvandaag.nl, 11 oktober 2011.

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 1776

Naar boven