Vragen van het lid Hachchi (D66) aan de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken over Amerikaans beleid dat hulp bij veilige abortus onmogelijk maakt (ingezonden 16 september 2011).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht «Humanitarian Aid for Rape Victims», waaruit blijkt dat de Amerikaanse regering beleid in stand houdt om de inzet van buitenlands hulpgeld voor abortus te verbieden, ook als het gaat om het redden van vrouwenlevens of om verkrachting in oorlogsgebieden?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat het bijstaan van vrouwen die levensgevaar lopen, of vrouwen die verkracht zijn in oorlogsgebieden, door middel van veilige abortus bijdraagt aan de autonome ontwikkeling en vrijheid van deze vrouwen? Zo neen, waarom niet?

Vraag 3

Betekent dit ook dat er geen Amerikaans budget beschikbaar is voor organisaties die het onderwerp van abortus ter sprake brengen als zich een ongewenste zwangerschap voordoet, waardoor veel hulporganisaties, voornamelijk op het gebied van familieplanning, geen aanspraak maken op Amerikaanse ontwikkelingsgelden? Om hoeveel geld en organisaties gaat het?

Vraag 4

Houdt de Amerikaanse overheid zich hiermee aan de Geneefse Conventies?

Vraag 5

Hoe verhoudt de verklaring die de minister van Buitenlandse Zaken met de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Clinton in april jl. gaf over vrouwenrechten zich met het in stand houden van het beleid dat de inzet van buitenlands hulpgeld voor abortus verbiedt?2

Vraag 6

Bent u bereid, in overeenstemming met de motie-Hachchi3, in uw contacten met de Amerikaanse overheid over vrouwenrechten de onwenselijkheid van dit beleid te bespreken?


X Noot
1

The New York Times, «Humanitarian Aid for Rape Victims», 8 september 2011.

X Noot
2

Ministerie van Buitenlandse Zaken, «Rosenthal en Clinton over Libië: vastbesloten en vastberaden», 22 april 2011.

X Noot
3

Kamerstuk 32 735, nr. 21.

Naar boven