Vragen van het lid Van Dijk (SP) aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de groei van het aantal buitenlandse studenten in het hoger onderwijs (ingezonden 2 september 2011).

Vraag 1

Is het waar dat circa 50 000 buitenlandse studenten in het Nederlandse hoger onderwijs studeren? Hoeveel van deze studenten zijn afkomstig uit EU-landen?1

Vraag 2

Is het waar dat het aantal buitenlandse studenten voor komend studiejaar is gegroeid met 38 procent (7000 studenten) ten opzichte van vorig jaar? Hoe oordeelt u over deze groei?2

Vraag 3

Deelt u de mening dat internationale uitwisseling van studenten een goede zaak is, maar dat een en ander wel in balans moet blijven? Zo ja, wat onderneemt u als de groei van het aantal buitenlandse studenten doorzet waardoor opleidingen in toenemende mate worden bevolkt door buitenlandse studenten?

Vraag 4

Hoe hoog is de jaarlijkse Rijksbijdrage voor een student uit een EU-lidstaat aan een Nederlandse universiteit? Hoe gaat de Rijksbijdrage per student zich de komende jaren ontwikkelen, gezien de bezuiniging van 370 miljoen euro als gevolg van de Wet langstudeerders?

Vraag 5

Deelt u de mening dat de groei van het aantal buitenlandse studenten niet mag leiden tot een aantasting van de kwaliteit en toegankelijkheid van het hoger onderwijs? Zo ja, hoe gaat u dit waarborgen?

Vraag 6

Hoe voorkomt u dat de groei van het aantal buitenlandse studenten tot verdringing leidt, aangezien u voorstander bent van selectie aan de poort en een numerus fixus voor bepaalde opleidingen?

Vraag 7

Hoe oordeelt u over de ruime aandacht van universiteiten voor het binnenhalen van buitenlandse studenten? Vindt u het wenselijk dat steeds meer opleidingen (uitsluitend) Engelstalig worden aangeboden?

Vraag 8

Deelt u de mening dat universiteiten geen publiek geld moeten besteden aan de actieve werving van studenten in het buitenland? Zo ja, hoe oordeelt u over de advertentie van de Universiteit Utrecht in NRC van 31 augustus jl?

Vraag 9

Bent u bereid een eind te maken aan de actieve werving van studenten in Saudi Arabië, met behulp van een contactpersoon die voor 100 000 euro met publiek geld wordt gefinancierd?3

Vraag 10

Wat onderneemt u tegen onderwijsinstellingen die met publiek geld vestigingen openen in het buitenland?

Vraag 11

Bent u bereid onderzoek te doen naar de groei van het aantal buitenlandse studenten, waarbij wordt gekeken naar de gevolgen voor de kwaliteit en toegankelijkheid van het onderwijs alsmede de besteding van publiek geld aan het faciliteren en werven van buitenlandse studenten? Zo nee, waarom niet?


X Noot
1

NRC, 31-8-11.

X Noot
2

«Meer inschrijvingen universiteiten», ANP, 24 augustus 2011.

X Noot
3

Kamervragen Van Dijk–Jadnanansing, 21 april 2011.

Naar boven