Vragen van de leden Wolbert en Kuiken (beiden PvdA) aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de Bredase aanbesteding van hulp in de huishouding in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) (ingezonden 1 september 2011).

Vraag 1

Bent u ervan op de hoogte dat het college van B&W Breda in de aanbesteding van hulp in de huishouding heeft laten concurreren op prijs en slechts in mindere mate op kwaliteit?1

Vraag 2

Vindt u het een acceptabel gevolg van deze wijze van aanbesteden (de goedkoopste «wint») voor 1000 medewerkers in de thuiszorg hun baan op de tocht staat?

Vraag 3

Wat vindt u ervan dat 4000 cliënten in Breda nu worden geconfronteerd met een zorgaanbieder die niet uit de regio komt? Denkt u dat de vertrouwdheid, de samenhang en de onderlinge afstemming tussen verschillende zorgaanbieders in de zorgketen hiermee een dienst wordt bewezen?  Zullen cliënten geen hinder ondervinden als dit los zand gaat worden?

Vraag 4

Wat vindt u van de mogelijke consequentie dat de nieuwe aanbieders in Breda de ontslagen medewerkers van de «oude» thuiszorgorganisaties in dienst zullen gaan nemen tegen een lagere salarisschaal dan die bij hun oude werkgever?

Vraag 5

Welke voordelen ziet u in deze manier van toepassen van «markt» door gemeenten?

Vraag 6

Denkt u dat deze manier van werken helpt om het nijpende probleem van een personeelstekort in de zorg op te lossen? Met andere woorden, is deze manier van werken een visitekaartje voor de thuiszorg?

Vraag 7

Wat vindt u van andere manieren van inkoop van thuiszorg, bijvoorbeeld door de inzet van zogenoemde «alfacheques»? Vindt u het wenselijk dat daarmee het aantal vrouwen dat als alfahulp werkt hierdoor stijgt?  Zo ja, kunt u dat toelichten?


X Noot
1

http://www.bndestem.nl/regio/breda

Naar boven