Vragen de leden Van Hijum en Knops (beiden CDA) aan de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en voor Immigratie en Asiel over een verblijfsstatus en het recht op kinderbijslag (ingezonden 22 augustus 2011).

Vraag 1

Bent u op de hoogte van de recente uitspraak van de Centrale Raad van Beroep, waarin wordt aangegeven dat ouders zonder geldige verblijfsstatus die al langere tijd in Nederland verblijven toch recht kunnen hebben op kinderbijslag?1

Vraag 2

Welke consequenties heeft deze uitspraak voor het tot nu toe gevoerde beleid ten aanzien van het uitkeren van kinderbijslag? Op grond van welke criteria meent de rechter nu dat er aanspraak kan worden gemaakt op kinderbijslag door ouders zonder verblijfstitel? Zijn er meer ouders die, ondanks het feit dat zij geen geldige verblijfstitel hebben, op grond van deze uitspraak toch aanspraak kunnen maken op kinderbijslag? Hoe groot is deze groep ouders?

Vraag 3

Bent u inmiddels tegen deze uitspraak in cassatie gegaan of voornemens dit te doen inzake het verkeerd toepassen van het begrip kring van verzekerden? Wat is uw oordeel in dit verband over het evenwicht dat dient te bestaan tussen rechten en plichten van burgers?

Vraag 4

Is het aannemelijk dat door deze uitspraak ook andere voorzieningen in het kader van de sociale zekerheid in het bereik komen van mensen zonder verblijfsvergunning?

Vraag 5

Welke maatregelen gaat u nemen om te voorkomen dat mensen zonder verblijfsvergunning zó lang in Nederland verblijven dat zij, ingevolge deze uitspraak, recht krijgen op kinderbijslag?


X Noot
1

LJN: BR1905, Centrale Raad van Beroep, 08/6595 AKW.

Naar boven