Vragen van de leden Heijnen en Recourt (beiden PvdA) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over kritiek op het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) (ingezonden 11 augustus 2011).

Vraag 1

Kent u het bericht «De privacy wordt nauwelijks bewaakt; College Bescherming Persoonsgegevens mag weinig en doet weinig»?1

Vraag 2

Deelt u het in genoemde artikel gestelde dat het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) in de praktijk een bescheiden rol speelt bij het bewaken van de privacy van de Nederlandse burger? Zo ja, waar blijkt dat uit en in hoeverre zullen bezuinigingen de positie van het CBP verder aantasten? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Is het waar dat bedrijven en burgers met individuele klachten ten aanzien van privacyschendingen slecht geholpen worden door het CBP? Zo ja, hoe komt dat en wat gaat u doen om dit te verbeteren? Zo nee, waar blijkt dat uit?

Vraag 4

Deelt u de mening van het CBP dat de bescheiden rol van deze instelling te maken zou hebben met de relatief weinig bevoegdheden, personeel en budget? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u doen om de positie van het CBP als privacywaakhond te verbeteren?

Vraag 5

Is het waar dat de meeste privacy toezichthouders in andere EU-landen over relatief meer middelen beschikken dan het CPB? Zo ja, waarom is het CPB relatief onderbedeeld?

Vraag 6

Hoe verhouden de aangekondigde bezuinigingen op het CBP zich tot de passage in het Regeerakkoord dat de informatieveiligheid en bescherming van persoonsgegevens verbeterd worden?

Vraag 7

Hebben de taken van en de vragen aan het CPB en het beschikbare budget zich de afgelopen 10 jaar ontwikkeld? Vindt u dat in evenwicht?

Vraag 8

Gaat de wetswijziging die in voorbereiding is voor uitbreiding van bevoegdheden van het CPB ook gepaard met uitbreiding van het budget? Zo ja, hoeveel? Zo nee, hoe dient het CPB deze taakuitbreiding dan te realiseren?


X Noot
1

NRC, 15 juli 2011.

Naar boven