Vragen van het lid Van Bommel (SP) aan de minister van Buitenlandse Zaken over het geweld in Syrië (ingezonden 2 augustus 2011).

Vraag 1

Deelt u de opvatting dat alle beschikbare diplomatieke middelen moeten worden ingezet om het Syrische regime te bewegen tot vreedzame hervormingen en een zinvolle politieke discussie met de binnenlandse oppositie?1

Vraag 2

Deelt u de opvatting dat de aanscherping van de sancties door de Europese Unie (EU) in de vorm van een reisverbod voor in totaal vijfendertig hoge Syrische functionarissen en bevriezing van hun banktegoeden onvoldoende druk op het regime legt? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Is het waar dat er nog steeds geen volledig EU-wapenembargo is tegen Syrië omdat enkele EU-lidstaten zich daartegen verzetten? Zo ja, deelt u de opvatting dat er zo spoedig mogelijk een volledig EU-wapenembargo tegen Syrië moet komen?

Vraag 4

Bent u van mening dat moet worden overwogen om naast diplomatieke sancties ook economische sancties tegen Syrië in te stellen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Wat bedoelde u precies met de woorden: «het bewind van Assad verliest met de dag aan legitimiteit»?2

Vraag 6

Wanneer heeft het bewind van Assad naar uw opvatting volledig haar legitimiteit verloren en welke gevolgen heeft dat voor de diplomatieke banden?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Timmermans, ingezonden 2 augustus 2011 (vraagnummer 2011Z15894).


X Noot
1

Teletekst, 1 augustus 2011.

X Noot
2

De Volkskrant, 1 augustus 2011.

Naar boven