Vragen van het lid Van Veldhoven (D66) aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Gebruik van roetfilters om fijnstof terug te dringen werkt niet» (ingezonden 13 juli 2011).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Gebruik van roetfilters om fijnstof terug te dringen werkt niet»?1

Vraag 2

Klopt het dat de Nederlandse roetfilters alleen de grovere fijnstofdeeltjes (PM10 en PM2,5) uit de uitlaatgassen wegfilteren en dat de ultrafijne deeltjes (PM0,1) niet worden uitgefilterd?

Vraag 3

Hoe lang is bekend dat de Nederlandse roetfilters alleen de grovere deeltjes (PM10 en PM2,5) kunnen wegfilteren? Welke besprekingen hebben er naar aanleiding van deze wetenschappelijke conclusies plaatsgevonden in de World Health Organization (WHO)?

Vraag 4

Deelt u de mening dat de huidige fijnstofcriteria,2 die uitgaan van de totale massa van alle fijnstofdeeltjes kleiner dan 10 microgram per kubieke meter, ervoor zorgen dat onvoldoende specifiek gewicht wordt gegeven aan de schadelijke ultrafijnstofdeeltjes (PM0,1)?

Vraag 5

Ziet u in de toegenomen inzichten over de schadelijkheid van ultrafijnstofdeeltjes (PM0,1) reden om bestaande normen, bijvoorbeeld voor verkeer in en rondom de grote steden, te heroverwegen of om aanvullende normen te stellen?

Vraag 6

Kunt u aangeven welke ontwikkelingen er zijn om een norm voor ultrafijnstof (PM0,1) op te nemen in de EU-richtlijn luchtkwaliteit (2008/50/EG)? Bent u bereid in Europa aandacht te vragen voor metingen en een andere opzet van de normen waarbij de nadruk wordt gelegd op de onderdelen en niet de massa van alle fijnstofdeeltjes samen?

Vraag 7

Kunt u toelichten of, en op welke manier, er sinds het verzoek van TNO in 2009 Europees onderzoek is gedaan naar ultrafijnstof (PM0,1)?3 Kunt u een overzicht geven van de belangrijkste conclusies en adviezen?

Vraag 8

Ziet u de metingen van Geluidsnet en adviesbureau DGMR als een bevestiging van de uitspraak van uw ambtsvoorganger in 2008 dat «wetenschappelijke ontwikkelingen waarschijnlijk binnen een aantal jaren het routinematig gebruik van PM0,1 bij de beoordeling van de lokale luchtkwaliteit» mogelijk maken? Zo ja, op welke termijn acht u de onderbouwing van beleid op basis van metingen van ultrafijnstof (PM0,1) mogelijk?4

Vraag 9

Deelt u de mening dat meer onderzoek en metingen met de nieuwe apparatuur naar PM0,1 concentraties noodzakelijk zijn om te komen tot een volwaardigere gezondheidsindicator voor fijnstof? Zo ja, bent u bereid de Gezondheidsraad hierover om een advies te vragen?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Van Gent en Van Tongeren (GroenLinks), ingezonden 6 juli 2011 (vraagnummer 2011Z15180).


X Noot
1

Vk.nl, «Gebruik van roetfilters om fijnstof terug te dringen werkt niet», 5 juli 2011.

X Noot
2

Europese norm: 40 μg/m³ voor het jaargemiddelde en niet meer dan 35 dagen met een daggemiddelde concentratie van 50 μg/m³.

X Noot
3

TNO Magazine, «Vraagtekens bij effectiviteit fijnstofbeleid», april 2009.

X Noot
4

30 175 Besluit luchtkwaliteit 2005 nr. 49 Brief van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (26 juni 2008).

Naar boven