Vragen van de leden Van Toorenburg en Omtzigt (beiden CDA) aan de minister van Veiligheid en Justitie en de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de vereniging Martijn (ingezonden 8 juli 2011).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het persbericht van het Openbaar Ministerie d.d. 18 juni j.l. «Vereniging Martijn niet vervolgd»?

Vraag 2

Op welke wijze heeft Nederland invulling gegeven aan artikelen 4 en 8 van het verdrag van Lanzarote dat als doelstellingen heeft

  • het voorkomen en bestrijden van seksuele uitbuiting en seksueel misbruik van kinderen;

  • het beschermen van de rechten van kinderen die het slachtoffer zijn van seksuele uitbuiting en seksueel misbruik;

  • het bevorderen van nationale en internationale samenwerking bij de bestrijding van seksuele uitbuiting en seksueel misbruik van kinderen?

Vraag 3

Op welke wijze heeft Nederland invulling gegeven aan artikelen 26, 27 en 28 van het verdrag van Lanzarote, waarin een rechtspersoon strafbaar gesteld wordt op basis van de overtreding van de leidende personen in die rechtspersoon en uitdrukkelijk ook ontbinding van die rechtspersoon als straf is opgenomen?

Vraag 4

Acht u het in overeenstemming met het verdrag van Lanzarote dat Nederland de vereniging Martijn vrijelijk haar werk laat doen, terwijl:

  • a. de verenging openlijk streeft naar sociale en maatschappelijke acceptatie van kinderen-ouderen relaties1

  • b. ten minste acht (oud)-bestuursleden veroordeeld zijn voor zedendelicten2

  • c. Geert B. (veroordeeld voor twee zedendelicten met jonge kinderen en een moord) in zijn rechtszaak gezegd heeft dat hij bij de vereniging Martijn tips kreeg hoe hij kinderen moest benaderen en sporen moest wissen (tips als: «benader alleen meisjes uit de buurt die je al kent en geen wildvreemden» en «verstuur bestanden niet digitaal want dit laat sporen na»).

Vraag 5

Als september a.s. de verdragspartijen van het verdrag van Lanzarote bij elkaar komen in Straatsburg om de naleving van het verdrag te toetsen, bent u dan bereid om daar de casus van de vereniging Martijn voor te leggen aan de andere staten die het verdrag geratificeerd hebben en hen te vragen of het handelen van Nederland in overeenstemming met het verdrag is?

Vraag 6

Is bij het vooronderzoek dat het OM gedaan heeft, en in het advies van de landsadvocaat, ook rechtstreeks getoetst aan het verdrag van Lanzarote en andere internationale verdragen? Zo nee, bent u bereid dat alsnog te doen?

Vraag 7

Bent u bereid het OM opdracht te geven om de vereniging Martijn strafrechtelijk te vervolgen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 8

Bent u bereid om het OM opdracht te geven tot civiele vordering tot ontbinding en verboden verklaring van de vereniging Martijn op basis van artikel 2:20 BW? Zo nee, waarom niet?

Vraag 9

Kunt de antwoorden op de gestelde vragen zo spoedig mogelijk doch uiterlijk 1 september naar de Kamer zenden in verband met het geagendeerde debat inzake de niet-vervolging van de vereniging Martijn en de bijeenkomst van de verdragspartijen?


X Noot
1

www.martijn.org/info/statuut.doc|

X Noot
2

http://rtl.nl/%28/actueel/rtlnieuws/binnenland/%29/components/actueel/rtlnieuws/2011/06_juni/21/binnenland/bestuursleden

Naar boven