Vragen van de leden Peters (GroenLinks) en Timmermans (PvdA) aan de ministers van Buitenlandse Zaken en van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over de economische betrekkingen tussen Nederland en Israel (ingezonden 4 juli 2011).

Vraag 1

Herinnert u zich uw toespraak bij het Technion-instituut in Haifa, waarin u heeft gepleit voor hechtere bilaterale betrekkingen tussen Nederland en Israël, zowel politiek als economisch?1

Vraag 2

Herinnert u zich de antwoorden op vragen in 2006 en 2007 van minister van Buitenlandse Zaken de heer Bot dat de regering economische relaties met bedrijven in de bezette gebieden ontmoedigt en «de Nederlandse ambassade in Tel Aviv, of andere onder mijn verantwoordelijkheid vallende instellingen, op geen enkele wijze het zakendoen van bedrijven met of in de bezette gebieden faciliteren»?2

Vraag 3

Klopt het dat dit staand beleid is?

Vraag 4

Op welke wijze waarborgt de regering dat Israëlische nederzettingenbedrijven uitgesloten worden van diensten en voordelen die (kunnen) voortvloeien uit de geplande oprichting van de Dutch-Israeli Cooperation Council, alsmede de samenwerking die voortvloeit uit het Memorandum of Understanding dat u met uw Israëlische ambtsgenoot wilt tekenen?1 Wilt u in uw beantwoording ingaan op het feit dat de Israëlische regering geen onderscheid maakt tussen bedrijven die in Israël en bedrijven die in nederzettingen zijn gevestigd?

Vraag 5

Kunt u ingaan op de werkzaamheden en beoogde doelstellingen van de Dutch-Israeli Cooperation Council?

Vraag 6

Kunt u ingaan op de doelstellingen en afspraken van het Memorandum of Understanding dat u met uw Israëlische ambtsgenoot wilt ondertekenen? Met welke andere landen heeft Nederland ook zo’n Memorandum of Understanding?

Vraag 7

Op welke wijze voorkomt u dat nederzettingenbedrijven, of Israëlische bedrijven die anderszins bij Israëls bezetting zijn betrokken, profiteren van diensten verleend door de Netherlands Foreign Investment Agency?

Vraag 8

Bent u bekend met het bericht dat de Israëlische regering onlangs het Amerikaanse bedrijf Noble Energy toestemming heeft verleend om te beginnen met het ontwikkelen van gasvelden voor de Gazaanse kust?3 Klopt het dat de heer Dmitry Dliani, een functionaris van Fatah, deze beslissing heeft gekwalificeerd als een «licentie om Gaza’s natuurlijke gasvoorraden te stelen»? Zo ja, wat is uw reactie daarop?

Vraag 9

Klopt het dat de regering van plan is om kennis en advies aan Israel beschikbaar te stellen voor de ontwikkeling van gasvoorraden voor de Gazaanse kust? Zo ja, kunt u uw besluit toelichten?

Vraag 10

Klopt het dat de gasvoorraden voor de kust van Gaza volgens internationaal recht niet toebehoren aan Israel? Kunt u dit toelichten?

Vraag 11

Beschikt de regering over aanwijzingen dat Israël op enigerlei wijze onrechtmatig gebruik heeft gemaakt, maakt of van plan is te maken van gasvoorraden voor de kust van Gaza die volgens het internationaal recht niet aan Israël toebehoren? Bent u bereid hierover navraag te doen bij de Israëlische regering?

Vraag 12

Deelt u de mening dat de gasvoorraden die volgens het internationaal recht aan de Palestijnen toebehoren, tegen een onrechtmatige Israëlische ingebruikname beschermd dienen te worden? Hoe bent u van plan daaraan bij te dragen?

Vraag 13

Op welke wijze waarborgt de regering dat zij niet direct of indirect betrokken raakt bij onrechtmatige handelingen door Israël zoals hiervoor bedoeld?


X Noot
1

Innovation Nations Promoting Stronger Relations Between The Netherlands And Israel In A Changing Middle East, toespraak Maxime Verhagen, 14 juni 2011, Haifa.

X Noot
2

Kamerstuk 30 800-V antwoorden op feitelijke vragen begroting ministerie van Buitenlandse Zaken 2007.

X Noot
3

Natural Gas Issues Inflame Palestinian-Israeli Dispute, 16 juni 2011, www.oilprice.com (http://oilprice.com/Latest-Energy-News/World-News/Natural-Gas-Issues-Inflame-Palestinian-Israeli-Dispute.html)

Naar boven