Vragen van het lid Koppejan (CDA) aan de staatssecretarissen van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en van Infrastructuur en Milieu over het dumpen van zware stenen door Greenpeace op Klaverbank (ingezonden 22 juni 2011).

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van het bericht dat Greenpeace standbeelden met zware stenen dumpt op de Klaverbank in het Nederlandse deel van de Noordzee?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat besluitvorming over de te beschermen gebieden en zeereservaten in het parlement thuishoort en dat het eigenmachtig optreden van Greenpeace daarom als onrechtmatig en ondemocratisch veroordeeld dient te worden?

Vraag 3

Bent u van mening dat het storten van zware stenen in beginsel verboden is op basis van de Wet milieubeheer, de Wet beheer rijkswaterstaatwerken en de Wet verontreiniging zeewater, dat dit tevens gevaar kan opleveren voor vissers die in dat gebied vissen en dat er derhalve sprake is van een onrechtmatige daad waartegen direct opgetreden dient te worden?

Vraag 4

Bent u bereid om direct actie te ondernemen en de kustwacht in te schakelen om verdere schade in het gebied te voorkomen?

Vraag 5

Bent u van mening dat Greenpeace ook financieel aansprakelijk gesteld dient te worden voor de veroorzaakte schade, onder andere mogelijke schade aan de netten van vissersschepen en gederfde inkomsten voor vissers wanneer visgronden ontoegankelijk gemaakt worden? Zo, ja welke acties gaat u ondernemen om Greenpeace financieel aansprakelijk te stellen?


X Noot
1

de Volkskrant 21 juni.

Naar boven