Vragen van de leden Cörüz en Van Toorenburg (beiden CDA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over «foute» hulpofficieren (ingezonden 7 juni 2011).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Taakstraf voor «foute» hulpofficieren»?1

Vraag 2

Acht u het een wenselijke gang van zaken dat de strafzaken tegen de van valsheid in geschrifte/fraude verdachte betrokken hulpofficieren, is afgedaan door middel van een transactie, aangeboden door het Openbaar Ministerie (OM) in plaats van een oordeel door een strafrechter middels een openbare terechtzitting?

Vraag 3

Klopt het dat de transactie is aangeboden door het OM in Maastricht en dat de betrokken hulpofficieren in datzelfde arrondissement werkzaam waren?

Zo ja, wat vindt u van deze gang van zaken? Was een beoordeling van deze zaken door een ander arrondissementsparket niet beter geweest?

Vraag 4

Bent u van oordeel dat met de (inmiddels aanvaarde) transactie kan worden volstaan of worden ook arbeidsrechtelijke gevolgen aan de afdoening van de zaken verbonden? Deelt u de opvatting dat in beginsel voor de betrokken politiefunctionarissen hervatting van de taak als hulpofficier niet meer wenselijk is?

Vraag 5

Kunt u aangeven in hoeveel zaken het onbevoegd handelen van hulpofficieren heeft geleid tot consequenties voor strafzaken? Zijn hierdoor strafzaken stukgegaan?


X Noot
1

NRC Handelsblad van 31 mei 2011.

Naar boven