Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over het bericht dat Amsterdam meer middelen wil voor de aanpak van mensenhandel (ingezonden 26 mei 2011).

Vraag 1

Kent u het bericht dat Amsterdam meer middelen wil voor de aanpak van mensenhandel?1

Vraag 2

Is het waar dat, zoals geschat door opsporingdiensten, minstens de helft van de prostituees werkzaam op de Wallen onder fysieke of geestelijke dwang achter de ramen staat? Zo ja, waar blijkt dat uit?

Vraag 3

Deelt u de mening van de wethouder van Amsterdam dat de capaciteit van alle betrokken partijen, onder meer politie, justitie en gemeente, moet worden vergroot? Zo ja, welke middelen stelt u daarvoor ter beschikking? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Deelt u de opvatting dat de verschillende georganiseerde criminele netwerken die op de achtergrond opereren alleen daadkrachtig aangepakt kunnen worden indien voldoende mankracht ter beschikking wordt gesteld om deze netwerken langdurig en intensief op te kunnen sporen? Zo ja, hoeveel capaciteit gaat u hiervoor ter beschikking stellen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Klopt het dat, hoewel strafzaken de laatste jaren tot forse veroordelingen van pooiers en vrouwenhandelaren hebben geleid, hun plekken meteen moeiteloos worden ingenomen door opvolgers? Zo ja, welke maatregelen acht u wenselijk om deze gang van zaken te bestrijden?

Vraag 6

Deelt u de mening dat met het amendement Rouvoet/Arib2, dat regelt dat een vergunning kan worden geweigerd aan een prostitutiebedrijf dat zich wil vestigen op een adres waar eerder een prostitutiebedrijf gevestigd is geweest waarvan de vergunning is ingetrokken, reeds tegemoet wordt gekomen aan de wens van de wethouder van Amsterdam om opvolgers van vrouwenhandelaren te belemmeren? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Over welke bestuurlijke maatregelen beschikt de gemeente Amsterdam zelf om gedwongen prostitutie te bestrijden en misstanden te handhaven?


X Noot
1

Trouw, «Amsterdam wil meer middelen voor aanpak mensenhandel», 21 mei 2011.

X Noot
2

Kamerstuk 32 211, nr. 20.

Naar boven