Vragen van het lid Çelik (PvdA) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over mogelijke manipulatie van de scores voor de centrale examens bij de basisvakken Engels, Nederlands en wiskunde (ingezonden 23 mei 2011).

Vraag 1

Klopt het dat het College voor Examens politiek bedrijft bij de vaststelling van de N-term voor de omzetting van de scores voor de centrale schriftelijke examens voor de basisvakken Engels, Nederlands en wiskunde in eindcijfers hiervoor?1 Zo ja, acht u deze manipulatie gerechtvaardigd door de wenselijkheid om een gevoel van urgentie te creëren rond deze basisvaardigheden?

Vraag 2

Hoe verklaart u het feit dat leerlingen landelijk en massaal onderpresteren in deze basisvakken, terwijl ze die ogenschijnlijk gebrekkig ontwikkelde basisvaardigheid bij andere vakken kennelijk wel efficiënt en met goed gevolg weten in te zetten?

Vraag 3

Hoe verklaart u het feit dat de N-term voor Nederlands op het vwo de laatste twee jaar (heel streng) werd vastgesteld op 0, terwijl die voor economie in diezelfde periode (heel soepel) werd vastgesteld op 2, waarbij de gemiddelde leerling voor economie een punt extra kreeg maar voor Nederlands een punt werd afgepakt?

Vraag 4

Zou het voor een eerlijke beoordeling van de urgentie van de beheersing van de basisvaardigheden niet betrouwbaarder zijn als de inspectie zich voortaan zou baseren op de feitelijk behaalde scores, in plaats van op de eindcijfers zoals deze pas tot stand komen na toepassing van de N-term per vak? Zo neen, waarom niet?


X Noot
1

Ton van Haperen «Politisering van het eindexamen» in Het Onderwijsblad, 14 mei 2011

Naar boven