Vragen van de leden Recourt en Groot (beiden PvdA) aan de staatssecretaris van Financiën en de minister van Veiligheid en Justitie over de recente vastgoedfraude (ingezonden 20 mei 2011).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Miljoenenboete voor belastingfraude in vastgoedsector»?1

Vraag 2

Hoe zijn de FIOD en de Belastingdienst deze grootschalige vastgoedfraude op het spoor gekomen?

Vraag 3

Is, na het ontdekken van de grootschalige fraude, het Openbaar Ministerie (OM) direct ingeschakeld? Kan gesproken worden van een goede samenwerking tussen het OM enerzijds en de FIOD en de Belastingdienst anderzijds? Zo ja, waaruit blijkt dat? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

In hoeveel van de 600 bedrijven wordt een strafrechtelijk onderzoek gestart of is dit gestart? Is er voldoende capaciteit bij het OM om alle bedrijven strafrechtelijk te vervolgen indien nodig? Zo nee, hoe en op basis van welke criteria heeft u de beschikbare capaciteit ingezet? Zou een grotere groep (strafrechtelijk en fiscaal) onderzoekers tot een beter resultaat hebben geleid? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom zijn er niet meer mensen ingezet?

Vraag 5

Worden de natuurlijke personen achter de rechtspersonen ook vervolgd? Zo nee, waarom niet in het licht van de onwenselijkheid van klassenjustitie? Zo ja, in hoeveel gevallen is vervolging ingezet?


X Noot
1

FD, 18 mei 2011.

Naar boven