Vragen van het lid
Leijten
(SP) aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over Stichting Zorggroep Charim (ingezonden 16 mei 2011).
Vraag 1
Wat is uw reactie op de brandbrief van de heer en mevrouw S. die op 11 april jl. per e-mail aan u is verzonden?1
Vraag 2
Wordt door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) onderzoek gedaan naar de melding van mishandeling van bewoners door
een medewerker? Zo ja, wordt de betreffende medewerker lopende het onderzoek op non-actief gesteld? Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
Bent u van mening dat Stichting Zorggroep Charim adequaat heeft gereageerd op de klachten van de familie S. inzake de zorg
voor hun ernstig zieke vader? Wilt u uw antwoord toelichten?
Vraag 4
Keurt u het goed dat deze zorgorganisatie doormiddel van een kort geding heeft geprobeerd de familie de toegang tot het verpleeghuis
en hun vader te ontzeggen? Wat zegt dit over de cultuur binnen deze organisatie?
Vraag 5
Is het waar dat het verpleeghuisgedeelte van de locatie Amandelhof sinds de opening in 2001 niet over een geldige gebruiksvergunning
beschikt? Zo ja, vindt u dit verantwoord? Zo nee, per wanneer is dit in orde gemaakt?
Vraag 6
Wat is uw oordeel over het feit dat gedurende een periode van tien jaar niet bij de gemeente Zeist en de brandweer bekend
was dat Amandelhof beschikte over twee psychogeriatrische afdelingen met niet-zelfredzame bewoners?
Vraag 7
Kunt u aangeven op welke wijze Stichting Zorggroep Charim de gevaarlijke situatie bij locatie Amandelhof oplost en gehoor
geeft aan de handhavende maatregelen van de gemeente Zeist?
Vraag 8
Is het waar dat diverse door de brandweer geconstateerde gebreken met betrekking tot de (brand)veiligheid onopgemerkt zijn
gebleven door de VROM-Inspectie? Wat is hierover uw oordeel?
Vraag 9
Is het waar dat er in de nachtelijke uren slechts twee medewerkers zijn op 185 bewoners? Zo nee, wat is de werkelijke personeelsbezetting
en vindt u deze verantwoord? Zo ja, op welke wijze grijpt u in?
Vraag 10
Op welke wijze wordt toezicht uitgeoefend op de brandveiligheid van zorginstellingen, met name waar het bewoners betreft die
lichamelijk of geestelijk niet zelfredzaam zijn? Wat zou er naar uw oordeel moeten verbeteren in de wijze waarop dit toezicht
wordt uitgeoefend?
Vraag 11
Heeft u, nadat een undercoverjournaliste aantoonde dat Stichting Zorggroep Charim in de thuiszorg ongekwalificeerde krachten
heeft ingezet2, extra toezicht ingesteld op de personeelsinzet bij de overige zorgactiviteiten van deze organisatie? Zo nee, waarom niet?
Zo ja, wat zijn de bevindingen?
Vraag 12
Op welke wijze gaat de IGZ om met de door de familie S. geuite klachten over onverantwoorde zorg, zoals onzorgvuldige omgang
met medicatie, gebrek aan toezicht en het laten uitvoeren van voorbehouden handelingen door onvoldoende gekwalificeerd personeel?
Vraag 13
Is het waar dat de cliëntenraad uitsluitend onder toezicht van de directie mag vergaderen en de agenda vooraf moet voorleggen
aan de voorzitter van de Raad van Bestuur? Zo ja, wat is hierover uw oordeel? Zo nee, kunt u toelichten op welke wijze de
onafhankelijkheid van deze cliëntenraad is geborgd?
Vraag 14
Onderzoekt de IGZ de klachten van de familie S. over het niet-onafhankelijk functioneren en zelfs het schenden van de vertrouwelijkheid
door de Raad van Toezicht? Zo nee, waarom niet en wilt u de IGZ verzoeken dit alsnog te doen?
Vraag 15
Is het waar dat in een periode van anderhalf jaar vijf verpleeghuisartsen zijn ontslagen of opgestapt? Zo nee, hoeveel waren
het er in werkelijkheid? Zo ja, wat is hiervoor de verklaring?
Vraag 16
Hoeveel geld is de afgelopen twee jaar door Stichting Zorggroep Charim uitgegeven aan ontslagprocedures, procedures rond schadeclaims
en juridische conflicten met (oud-)medewerkers en verwanten van bewoners?
Vraag 17
Hoeveel klachten en meldingen heeft de IGZ de afgelopen vijf jaar ontvangen over de twaalf instellingen van Stichting Zorggroep
Charim?
X Noot
1Kopie onderhands aan bewindspersoon verstrekt.
X Noot
2EenVandaag, 8 februari 2011.