Vragen van de leden Dikkers, Timmermans en Plasterk (allen PvdA) aan de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, en de ministers van Financiën en van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over speculatie met grondstoffenprijzen. (Ingezonden 13 mei 2011)

Vraag 1

Deelt u de inschatting van De Nederlandsche Bank (DNB)1 dat de in 2010 fors toegenomen omvang van grondstofgedreven handelsactiviteiten met gebruik van hefboom strategieën een risico vormt voor de financiële stabiliteit?

Vraag 2

Heeft u inzicht in de posities van Nederlandse financiële instellingen (banken, verzekeraars, pensioenfondsen, vermogensbeheerders en hedgefondsen) op de diverse grondstoffenmarkten? Zo ja, kunt u de Kamer inzicht geven in de ontwikkeling hiervan tot nu toe en de verwachtingen voor de toekomst? Zo nee, in hoeverre belemmert dit u bij het maken van een inschatting van de financiële stabiliteit in Nederland?

Vraag 3

Hoe beoordeelt u de recente scherpe prijsdaling in veel grondstoffenmarkten? In hoeverre ziet u dit als een indicatie van een mogelijke financiële zeepbel in deze markten?

Vraag 4

Hoe beoordeelt u de risico’s die de Nederlandse financiële instellingen, en daarmee het Nederlandse financiële systeem, lopen vanwege deze blootstelling aan de grondstoffenmarkten? Bent u van plan maatregelen te nemen om deze risico’s te verminderen? En zo ja, welke maatregelen zijn dat?

Vraag 5

Kunt u inzicht geven in de ontwikkeling van de volatiliteit van de grondstoffenmarkten in de laatste jaren waarin de puur financiële speculatie op deze markten sterk is toegenomen?

Vraag 6

Wat is hiervan het effect op ontwikkelingslanden die in hoge mate afhankelijk zijn van de export van grondstoffen en gebaat zijn bij een hoog, maar vooral stabiel prijspeil?

Vraag 7

Hoe beoordeelt u het dat de afgelopen jaren zoveel geld is gegaan naar het speculeren op de prijsontwikkeling van grondstoffen? Is het maatschappelijk gezien niet wenselijker dat dit geld geïnvesteerd wordt in de landbouw zelf?

Vraag 8

Hoe verhoudt de regulering en het toezicht (mandaat van toezichthouder om prijs- en positielimieten te stellen, bij de toezichthouder aanwezige kennis van financiële en fysieke markten) op de Europese grondstoffenmarkten zich tot die in de VS (zoals dat momenteel is georganiseerd en zoals dat in de VS volgens de in de Dodd-Frank Act aangegeven lijnen momenteel verder aangescherpt wordt)?

Vraag 9

In hoeverre vormen de recente waarschuwing van DNB en extreme prijsontwikkelingen een aanleiding voor het kabinet om zijn huidige positie2 aan te scherpen en te pleiten voor scherper toezicht? Is het kabinet bereid om zich hard te maken voor een regulering en toezicht in de EU die minimaal gelijk is en blijft aan die in de VS?


X Noot
1

DNB Overzicht Financiële Stabiliteit in Nederland 13, voorjaar 2011.

X Noot
2

Brief MinFin, 22 april 2011 dat «de effectieve regulering en toezicht gewaarborgd moeten blijven in zowel financiële als fysieke markten».

Naar boven