Vragen van het lid Ortega-Martijn (ChristenUnie) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de gevolgen van scheiding van kerk en staat op de BES-eilanden (ingezonden 20 april 2011).

Vraag 1

Bent u op de hoogte van het feit dat voor de Rooms-Katholieke kerk ter voorkoming van financiële gevolgen als gevolg van invoering van Nederlandse wetgeving per 10 november 2010 in een overgangsregeling is voorzien voor de huidige priesters die werkzaam zijn op de BES-eilanden? Kunt u bevestigen dat dit een bestaande nationale regeling is die eveneens geldt voor andere kerken?1

Vraag 2

Bent u op de hoogte van het feit dat de overheid op Curaçao voor 10 oktober 2010 de aanstelling van de nieuwe predikant van de Protestantse Kerk op Bonaire heeft laten liggen waardoor niet in een overgangsregeling is voorzien voor de Protestantse kerk, terwijl de predikant door de Protestantse kerk reeds beroepen/bevestigd was?

Vraag 3

Deelt u de mening dat, gezien het gegeven dat de Protestantse Kerkgenootschappen op de BES-eilanden niet op de hoogte zijn gebracht van de gevolgen van de staatsrechtelijke transitie en niet in een overgangsregeling is voorzien, sprake is van ongelijke behandeling en het niet gerechtvaardigd is dat de Protestantse kerk hier onevenredig nadeel van ondervindt? Deelt u de mening dat dit eveneens een geval is waarover u spreekt in uw antwoord, namelijk dat de transitie van de eilanden een plotseling negatief effect heeft op een onderdeel van de samenleving en dat dit aandacht verdient? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Zo ja, bent u bereid om ter voorkoming van sluiting van de Protestantse Gemeente op Bonaire in lijn met de overgangsregeling die voor de Rooms Katholieke kerk is getroffen, ook voor de Protestantse kerk in een overgangsregeling te voorzien die als overbrugging kan dienen, zodat de gemeenschap mogelijkheden kan creëren om de kerk/ predikant zelf te kunnen onderhouden in de nabije toekomst?

Vraag 5

Wat houdt de toezegging precies in om in het voortdurende traject van de boedelscheiding aandacht te hebben voor de gevallen waarop vraag 2 doelt? Wat gaat u hieraan doen op korte termijn? Wanneer kan de Kamer hierover geïnformeerd worden?


X Noot
1

Aanvullend op de vragen van het lid Ortega-Martijn (ChristenUnie), 10 februari 2011 (vraagnummer: 2011Z02677).

Naar boven