Vragen van de leden Mulder en Lodders (beiden VVD) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de vaatchirurg die spoor van calamiteiten achterlaat (ingezonden 4 april 2011).

Vraag 1

Waarom duurt het onderzoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) naar het medisch inhoudelijk handelen van een vaatchirurg nu al 3,5 jaar?1

Vraag 2

Wat vindt u van de situatie dat deze vaatchirurg gewoon weer in Nederland aan de slag kan omdat het onderzoek nog niet is afgerond en de IGZ de zaak nog niet heeft voorgelegd aan de tuchtrechter?

Vraag 3

Lopen er nog meer langdurige onderzoeken tegen mogelijk disfunctionerende artsen? Zo ja, hoeveel?

Vraag 4

Waarom is de spoedtuchtklacht van de toenmalig inspecteur Joeloemsingh uit 2008 twee weken na indiening weer ingetrokken?

Vraag 5

Wat heeft de IGZ tussen het intrekken van de spoedtuchtklacht en nu gedaan in deze zaak?

Vraag 6

Weegt de tijd die de IGZ neemt om een tuchtzaak aanhangig te maken op tegen het risico dat patiënten in de tussentijd lopen?

Vraag 7

Moeten onderzoeken van de IGZ niet sneller afgerond zijn en zo ja, welke mogelijkheden zijn er om de duur van onderzoeken te reduceren?

Vraag 8

Is het een idee om tijdens een onderzoek de betreffende arts te verbieden medische handelingen te verrichten?

Vraag 9

Kunt u toelichten waarom op het moment dat de betreffende vaatchirurg solliciteerde bij het ziekenhuis in Winschoten, de directeur van het VieCuri ziekenhuis, waarin de arts eerder werkte, tegen zijn collega directeur uit Winschoten zijn mond hield over problemen met de arts? Kunt u toelichten waarom ziekenhuizen elkaar onderling niet informeren over dit soort zaken? Hoe beoordeelt u het feit dat deze informatie niet werd doorgegeven?

Vraag 10

Wat vindt u van het feit dat uit de uitzending blijkt dat de IGZ op de hoogte was van het feit dat de betreffende vaatchirurg bij zijn sollicitatie bij het ziekenhuis in Winschoten niet de waarheid heeft gesproken over de tuchtklacht die tegen hem liep? Welke instrumenten heeft de IGZ om in dit soort gevallen in te grijpen? Waarom heeft de IGZ op dat moment niet ingegrepen? Zijn de instrumenten waarover de IGZ in dit soort gevallen beschikt voldoende? Zo neen, waarom niet?

Vraag 11

Wat vindt u van de schriftelijke verklaring van de IGZ naar aanleiding van de uitzending van Argos 5 maart jl. waarin staat dat: «In het geval van vaatchirurg H. is het de vraag wat het nut is van het aanspannen van de tuchtzaak, behalve dan de symbolische waarde»? Deelt u deze opvatting van de IGZ?

Vraag 12

Wat vindt u van de verklaring van de IGZ aan Argos dat de vaatchirurg al vier jaar niet meer woont en werkt in Nederland waardoor de veiligheid voor patiënten in Nederland nu afdoende is geborgd en er op dit moment geen patiëntrisico is? Is patiëntveiligheid van mensen in het buitenland minder belangrijk voor de IGZ? Ziet de IGZ de verantwoordelijkheid voor het handelen van vaatchirurg H. nu als een taak voor de buitenlandse inspecties en niet meer voor de Nederlandse inspectie?

Vraag 13

Wat vindt u van het feit dat de IGZ aan de ene kant haar fouten bij het onderzoek naar de vaatchirurg erkent en haar excuses aanbiedt maar aan de andere kant de voormalig inspecteur die deze zaak aankaart met een schadeclaim en rechtszaak dreigt?

Vraag 14

Kunt u deze vragen voor het algemeen overleg van 20 april a.s. over kwaliteitzorg Cure beantwoorden?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Kuiken en Van der Veen (beiden PvdA), ingezonden 10 maart 2011 (vraagnummer 2011Z04869).


X Noot
1

Argos, 5 maart 2011.

Naar boven