Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de verhoogde norm voor radioactiviteit in voedsel (ingezonden 1 april 2011).

Vraag 1

Klopt het dat de Europese Commissie de normen voor radioactiviteit in voedsel per 27 maart 2011 aanzienlijk heeft verhoogd met een noodverordening waarbij de grens is verruimd tot:

  • 400 becquerel per kilogram voor flesvoeding,

  • 1000 becquerel per kilogram voor zuivelproducten,

  • 1250 becquerel per kilogram voor andere voedingsmiddelen,

  • 12 500 becquerel per kilogram voor visolie of specerijen?

Vraag 2

Klopt het dat de grens tot voor kort per kilogram voedsel en diervoeders een maximum van 600 becquerel radioactiviteit van cesium-134 en cesium-137 was, en voor babyvoeding en voor zuivelproducten nog lager: 370 becquerel?

Vraag 3

Wat is de reden van deze verandering in tolerantiewaarden?

Vraag 4

Waarom werd de plotselinge verhoging van de grenswaarden, en het feit dat deze aanzienlijke verruiming betekent, niet bekend gemaakt?

Vraag 5

Welke wijziging betreffende de veiligheid van voedsel met radioactiviteit is er opgetreden die deze verhoging rechtvaardigt? Kunt u daarvoor een wetenschappelijke onderbouwing geven?

Vraag 6

Betreft de verhoging van de normen ook baby en kindervoeding? Kan de voedselveiligheid volledig gegarandeerd worden voor alle groepen (inclusief ernstig zieken en kleine kinderen) onder alle omstandigheden?

Naar boven