Vragen van het lid Çelik (PvdA) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over onvrede over het onderwijs bij de twee Amsterdamse ROC’s (ingezonden 28 maart 2011).

Vraag 1

Hebben ook u berichten bereikt over de onvrede die er heerst bij de leerlingen van de twee Regionale Opleidingscentra (ROC) in Amsterdam te weten ROC Amsterdam en ASA Amsterdam?1

Vraag 2

Wat vindt u ervan dat de onvrede zich met name richt op de structurele lesuitval (Engels, Nederlands, hoofdvak), slechte stagebegeleiding en het nakomen van stageverplichtingen, zoals het opmaken van een stageovereenkomst en de gebrekkige begeleiding bij lessen en hoe wilt u deze ongewenste situatie stoppen? Wat gaat u hieraan doen?

Vraag 3

Deelt u de mening dat leerlingen het recht hebben op goed onderwijs en dat het borgen van de kwaliteit van het onderwijs een verantwoordelijkheid is van de overheid? Zo ja, welke instrumenten heeft u in handen om de ROC’s aan de tand te voelen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Bent u, met het oog op de aangenomen motie-Çelik/Elias2 waarin wordt gevraagd scholen een boete op te leggen indien lesuitval niet tijdig wordt opgelost, voornemens om die boete op te leggen, indien de klachten van de leerlingen blijken te kloppen? Zo ja, hoe gaat u dat doen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Heeft u regelmatig overleg met de G4 onderwijswethouders? Zo ja, in welke frequentie? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Heeft u van de onderwijswethouder van Amsterdam eerder soortgelijke klachten gehoord? Zo ja, welke acties heeft u toen ondernomen?


X Noot
1

Zulke berichten hebben de indiener via de mail, twitter en via allerlei contacten bereikt.

X Noot
2

Kamerstuk nr. 32 356 nr. 13.

Naar boven