Vragen van het lid Koppejan (CDA) aan de staatssecretarissen van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en van Infrastructuur en Milieu over de Tweede Maasvlakte (ingezonden 3 maart 2011).

Vraag 1

Kent u de ontwikkelingen in Albrandswaard en het Buijtenland van Rhoon met betrekking tot de wijze van invulling van de compensatie Tweede Maasvlakte?

Vraag 2

Kent u de bereidwilligheid van betrokkenen, zoals Provincie Zuid-Holland, partners PMR, agrarische ondernemers en de stadsregio om te komen tot een oplossing voor de invulling van de compensatie voor de Tweede Maasvlakte?

Vraag 3

Bent u bekend met het fenomeen stadslandbouw? Deelt u de mening dat stadslandbouw een impuls kan zijn voor zowel het platteland in de omgeving van de stad en zijn plattelanders als een impuls voor de stad en zijn stedelingen?

Vraag 4

Deelt u de mening dat voor de natuurontwikkeling in de Albrandswaard, in overeenstemming met het regeerakkoord, een oplossing moet worden gezocht die op draagvlak kan rekenen van de lokale bevolking?

Vraag 5

Deelt u de mening dat daarom de oorspronkelijke plannen om in de Albrandswaard natte natuur te ontwikkelen niet in overeenstemming zijn met de letter en de geest van het regeerakkoord en dat er daarom gezocht dient te worden naar oplossingen voor natuurontwikkeling waarbij het agrarisch cultuurlandschap intact blijft in combinatie met vormen van stadslandbouw?

Vraag 6

Bent u bereid om Albrandswaard als pilotgebied te laten fungeren met als doel de ontwikkeling van stadslandbouw op grotere schaal te realiseren zodat op termijn stadslandbouw één van de ontwikkelingsmogelijkheden van de landbouw in randstedelijke gebieden (bijvoorbeeld Groene Hart) kan zijn?

Naar boven