Vragen van het lid Blanksma-van den Heuvel (CDA) aan de minister van Financiën over erfrecht (ingezonden 24 februari 2011).

Vraag 1

Herinnert u zich uw brief d.d. 2 juli 2009 over de verklaring van erfrecht die u schreef naar aanleiding van twee series schriftelijke vragen van de leden Blanksma-van den Heuvel en Van Vroonhoven-Kok?1

Vraag 2

Kunt u aangeven wat de stand van zaken is met betrekking tot het gemeenschappelijk beleid van de NVB inzake het vragen van een verklaring van erfrecht?2

Vraag 3

Heeft u kennisgenomen van een publicatie op de website van het Ministerie van Veiligheid en Justitie waarin wordt vermeld «bij kleine bedragen eisen sommige banken geen verklaring»? Mag hieruit worden afgeleid dat er geen gemeenschappelijk beleid is? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke vervolgstappen gaat u nemen om ervoor te zorgen dat er wel een gemeenschappelijk beleid komt?


X Noot
1

Kamerstukken II, 2008–2009, 27 789, nr. 22.

X Noot
2

U schreef hierover destijds «Ik heb er vertrouwen in dat de NVB in haar interbancaire overleg tot een gemeenschappelijk beleid zal komen dat ervoor zorg draagt dat de consument geen geld kwijt is aan een verklaring van erfrecht wanneer deze niet werkelijk nodig is. Indien de NVB er niet toe in staat zou blijken te zijn om tot een gemeenschappelijk beleid te komen, zal ik me te zijner tijd op vervolgstappen beraden.»

Naar boven