Vragen van het lid Van Bommel (SP) aan de minister van Buitenlandse Zaken over mensenrechtensituatie van de Oeigoerse bevolkingsgroep in China (ingezonden 17 februari 2011).

Vraag 1

Deelt u de mening dat het zeer wenselijk is om de mensenrechten van de Oeigoerse bevolkingsgroep in China tijdens de zestiende zitting van Mensenrechtenraad, in maart aanstaande, te agenderen? Zo ja, op welke wijze neemt u zich voor dat aan de orde te laten komen?

Vraag 2

Indien nee, waarom niet? Deelt u in dat geval de mening dat het hoe dan ook noodzakelijk is de mensenrechtensituatie in China in het algemeen en die van de Oeigoerse bevolkingsgroep in het bijzonder onder de aandacht van de Chinese autoriteiten te brengen? Op welke wijze wilt u dat doen?

Vraag 3

Op welke onderwerpen wenst u dat de nadruk wordt gelegd indien dit onderwerp tijdens de zitting van de Mensenrechtenraad aan de orde komt? Hebt u kennisgenomen van het verzoek van het World Uyghur Congress?1 Kunt u aangeven welke van de tien afzonderlijke verzoeken u bij voorkeur aan de orde gesteld wenst te zien worden? Zijn er wellicht punten die u hieraan wilt toevoegen? Zo ja, welke?


XNoot
1

World Uyghur Congress, februari 2011. Zie met name de tien actiepunten op blz 5. en 6 van «The world uyghur congress’ requests to the Netherlands concerning the Uyghur people for the 16th session of the united nations human rights council in march 2011».

Naar boven