Vragen van het lid Rik Janssen (SP) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over een proef met spreekrecht in aparte strafmaatzittingen (ingezonden 10 februari 2011).

Vraag 1

Wat is uw reactie op de initiatief van de SP te houden proef met spreekrecht in aparte strafmaatzittingen bij de rechtbank Amsterdam?1

Vraag 2

Deelt u de mening van slachtofferorganisaties Aandacht Doet Spreken en Burgercomité tegen Onrecht dat het spreekrecht een aanzienlijk verbetering betekent voor de positie van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Onderschrijft u het uitgangspunt dat het verplaatsen van het spreekrecht naar een aparte strafmaatzitting, en daarmee het scheiden van feiten en emoties, zal bijdragen aan het tegengaan van vermenging in het strafproces van schuldvraag en gevolgen voor slachtoffers en nabestaanden? Zo nee, waarop baseert u uw mening?

Vraag 4

Hoe beoordeelt u de aanname dat met aparte strafzittingen vaker zal kunnen worden voorkomen dat rechters zullen oordelen dat vorderingen een onevenredige belasting van het strafproces betekenen (artikel 361 lid 3 Wetboek van Strafvordering)? Erkent u dat slachtoffers en nabestaanden dan minder vaak een aparte procedure zullen hoeven te starten en dat daarmee de proceseconomie van rechtbanken wordt verbeterd?2

Vraag 5

Bent u bereid dit initiatief van de SP te omarmen en de rechtbank Amsterdam steun toe te zeggen bij de uitvoering, nu het initiatief ook zo nadrukkelijk wordt gesteund door slachtofferorganisaties? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Kunt u toezeggen dat het Openbaar Ministerie zijn volledige medewerking zal verlenen aan deze proef, nu dit een belangrijke bijdrage levert aan het centraal stellen van het slachtoffer in het strafproces? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Wilt u na afloop van de proef de Kamer informeren over de resultaten?


XNoot
1

De Telegraaf, 9 februari 2011.

XNoot
2

W.F. Korthals Altes, Nederlands Juristenblad, 14 januari 2011.

Naar boven