Vragen van de leden Irrgang en Gesthuizen (beiden SP) aan de ministers van Financiën en van Veiligheid en Justitie over commissarissen (ingezonden 25 januari 2011).

Vraag 1

Deelt u de mening dat commissarissen en toezichthouders voldoende tijd voor hun taak moeten vrijmaken en een diverse achtrond moeten hebben, zodat ze zo onafhankelijk mogelijk kunnen opereren, ongeacht binnen welke sector het bedrijf of instelling actief is? Zo nee, waarom niet? Waarom zouden deze algemene eisen aan commissarissen en andere toezichthouders niet voor alle soorten bedrijven en instellingen gelden?

Vraag 2

Vindt u het – in het kader van voldoende tijdbesteding – wenselijk dat het gemiddeld aantal toezichthoudende functies dat een toezichthouder bekleed met bijna 30% is gestegen naar 3,3 per persoon?1 Zo ja, waarom is dat wenselijk?

Vraag 3

Kunt u aangeven hoeveel van de ruim vierhonderd ondervraagde commissarissen en toezichthouders meer dan vijf toezichthoudende functies bekleden?

Vraag 4

Vindt u het – in het kader van een voldoende divers samengesteld toezichtorgaan – wenselijk dat nog steeds 60% van de functies binnen het eigen netwerk gekregen wordt? Zo ja, waarom is dat wenselijk?1

Vraag 5

Duidt het percentage uit vraag 4 er volgens u op dat het zogenaamde «old boys network» inmiddels is doorbroken? Zo ja, waarom? Zo nee, bent u bereid maatregelen te nemen om het «old boys network» te doorbreken?

Vraag 6

Wat is uw reactie op de stelling van de onderzoekster, prof. dr. Mijntje Lückerath, dat commissarissen onvoldoende informatie geven en te gesloten zijn? Welke maatregelen bent u bereid te nemen om ervoor te zorgen dat commissarissen transparanter worden?


XNoot
1

de Volkskrant, «Old boys zoeken elkaar weer op», 21 jan. 2011.

Naar boven