Vragen van de leden Kuiken en Van der Veen (beiden PvdA) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de integrale bekostiging van zorg aan chronisch zieken (ingezonden 25 november 2010).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Utrecht in de zaak die zorggroep Meditta had aangespannen tegen zorgverzekeraar Achmea?1

Vraag 2

Welk effect verwacht u dat dit vonnis heeft op de voortgang van ketenzorg?

Vraag 3

Handelt Achmea volgens u in lijn met de bedoeling van de overgangsregeling?

Vraag 4

Wat is uw visie op ketenzorg en integrale bekostiging? Wat zijn volgens u de effecten van het invoeren van integrale zorgprogramma’s op de kwaliteit van de zorg voor chronisch zieken? Wanneer kan de Kamer informatie over de vervolgstappen die u ziet voor het verbeteren van de ketenzorg tegemoet zien?

Vraag 5

Bent u op de hoogte van berichten dat zorggroepen overwegen te stoppen met nieuwe zorgprogramma’s vanwege de onzekerheid over de financiering van ketenprogramma’s? Zo ja, wat vindt u daarvan?

Vraag 6

Wat vindt u van de uitspraak dat de zorggroep patiënten niet mag informeren over het feit dat Achmea geen integraal tarief voor integrale zorg vergoedt, maar alleen losse verrichtingen?

Vraag 7

Welke mogelijkheden ziet u voor de zorgaanbieder of de zorggroep als per 2011 de betaaltitel is verdwenen, maar de zorg niet gestopt mag worden omdat een financiële administratieve reden niet als gewichtige reden wordt gezien, en de patiënt ook niet geïnformeerd mag worden?

Vraag 8

Wat is de stand van zaken ten aanzien van de ontwikkeling van zorgstandaarden?

Vraag 9

Wanneer kan de Kamer de eerste rapportage van de  evaluatiecommissie tegemoet zien?

Vraag 10

In welke mate wordt op dit moment aan de volgende voorwaarden voldaan:

  • het aanwezig zijn van door het gehele veld gedragen zorgstandaarden;

  • het voldoende risicodragend zijn van de financiering van betreffende ziekenhuiszorg;

  • het aanwezig zijn van beleidsregels voor de nieuwe prestaties;

  • het aanwezig zijn van aangepaste beleidsregels voor de huisartsenzorgfinanciering;

  • een heldere afbakening van de btw-plicht voor de afzonderlijke onderdelen van de dienstverlening?


XNoot
1

Rechtbank Utrecht, 15 november 2010, zaak 294578/ KG ZA 10–884.

Naar boven