Vragen van de leden Koşer Kaya en Verhoeven (beiden D66) aan de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over marktwerking in de kinderopvang (ingezonden 5 november 2010).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «De crèche wordt duurder en slechter»?1

Vraag 2

Hoe beoordeelt u de kwaliteit van de kinderopvangsector (prijsniveau, wachttijden en dienstverlening)? Wat is in uw ogen de relatie tussen de privatisering in 2005 en de huidige kwaliteit?

Vraag 3

Bent u van mening dat een markt enkel kan functioneren en dus voor alle gebruikers tot een goede prijs-kwaliteitverhouding kan leiden, indien er sprake is van voldoende verschillende aanbieders, goed vergelijkbare prijzen en producten en een laagdrempelige mogelijkheid tot overstappen?

Vraag 4

Hoe beoordeelt u deze aspecten bij de Nederlandse kinderopvangmarkt in het licht van een – op sommige locaties – beperkt aantal aanbieders met prijsstijgingen en wachtlijsten als gevolg?

Vraag 5

Deelt u de mening van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) dat er met de marktwerking in de kinderopvang weinig mis is, maar dat ouders niet als «bewuste afnemers» opereren?

Vraag 6

Wat vindt u van het idee om het (markt)toezicht op de kinderopvang anders te organiseren?

Vraag 7

Hoe beoordeelt u de conclusie in het artikel dat de vier belangrijkste kinderopvangbedrijven in grote gemeentes meer dan negentig procent in handen hebben en daarbij gebruik maken van schaalvoordelen en efficiency die het rendement vergroten maar de kwaliteit verkleinen?

Vraag 8

Gezien de beschreven problemen op de kinderopvangmarkt, hoe beoordeelt u de aspecten aanbodstructuur, prijstransparantie en overstapmogelijkheid op respectievelijk de energiemarkt, de mobiele telecommarkt en de hypotheekmarkt?


XNoot
1

NRC, «De crèche wordt duurder en slechter», 30 oktober 2010.

Naar boven