Vragen van de leden Van der Staaij (SGP) en Voordewind (ChristenUnie) aan de minister van Buitenlandse Zaken over marteling van Papoea’s door Indonesische militairen (ingezonden 2 oktober 2010).

Vraag 1

Heeft u kennis genomen van de videobeelden op internet waarop Indonesische militairen mensen in de provincie Papoea martelen?1

Vraag 2

Wat is de achtergrond van deze martelingen? Is het waar dat de agressie jegens Papoea’s in Indonesië toeneemt? Hoe valt dit te verklaren?

Vraag 3

Hoe valt de houding van de Indonesische regering momenteel te kenschetsen ten aanzien van de provincie Papoea en ten aanzien van de separatisten in het bijzonder?

Vraag 4

Op welke wijze heeft u in de afgelopen periode, eventueel middels internationale gremia, de precaire positie van Papoea’s in Indonesië aan de orde gesteld bij de betreffende autoriteiten? Welke resultaten heeft dit opgeleverd? Betoont Indonesië zich gevoelig voor internationale kritiek hieromtrent?

Vraag 5

In hoeverre heeft de positie van de Papoea’s in Indonesië thans de aandacht van de EU? Kan deze aandacht verder geïntensiveerd worden? Wilt u dit bevorderen?

Vraag 6

Bent u bereid – zo mogelijk ook in internationaal verband – de nu aangeduide martelingen van Papoea’s door Indonesische militairen te benutten als handvat om opnieuw de positie van hen aan de orde te stellen bij de betreffende autoriteiten én te bevorderen, dat de Indonesische regering haar verantwoordelijkheid neemt in het beschermen van deze bevolkingsgroep?


XNoot
1

Reformatorisch dagblad, 20 oktober 2010.

Naar boven