Vragen van het lid Ferrier (CDA) aan de minister en de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken over de inzet van de Europese Unie bij VN-viering van 10 jaar resolutie 1325, op 31 oktober 2010 (ingezonden 15 oktober 2010).

Vraag 1

Kent u de op 8 oktober jl. aangenomen resolutie van de vrouwen van de Europese Volkspartij (EVP-V) over «Women in Conflict Zones and Situations»?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat er tien jaar na het aannemen van de Veiligheidsraadresolutie 1 325 resultaten zijn geboekt, maar dat er op bredere schaal uitvoering moet worden gegeven aan de resolutie 1325?

Vraag 3

Bent u bereid gevolg te geven aan de oproep van uw ambtsvoorganger, gedaan tijdens het congres op 8 oktober dat meer landen de VR-resolutie moeten uitvoeren en een Nationaal Actieplan moeten opstellen? Zo ja, op welke wijze gaat u dit doen?

Vraag 4

Bent u bereid de oproepen uit deze resolutie mee te nemen bij de inzet vanuit Nederland om te komen tot een gemeenschappelijke positie van de EU – met ambitie – bij de officiële viering van 10 jaar Veiligheidsraadresolutie 1 325 inzake vrouwen, vrede en veiligheid? Kunt u daarbij specifiek het belang van inzet van vrouwelijke militaire en civiele krachten binnen NAVO- en met name VN-missies (met prioriteit voor de VN-missie in de Democratische Republiek Congo) meenemen?

Vraag 5

Op welke wijze probeert Nederland, eventueel in samenwerking met het Belgisch voorzitterschap van de EU, dat de 10e verjaardag van resolutie 1325 als prioriteit heeft aangegeven, een extra impuls te geven aan de uitvoering van resolutie 1325?

Vraag 6

Kunt u aangeven wat de Nederlandse inzet wordt en – zodra bekend – hoe het gemeenschappelijk EU-standpunt luidt?


XNoot
1

Cda.nl, «Terugblik EPPW-congres «Women in conflict zones», 8 oktober 2010.

Naar boven