Vragen van de leden van Nieuwenhuizen en Neppérus (beiden VVD) aan de ministers van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en van Infrastructuur en Milieu over mogelijke windfall profits in de energie-intensieve industrie als gevolg van het gratis verdelen van rechten in het Europese emissiehandelssysteem (ingezonden 15 oktober 2010).

Vraag 1

Bent u bekend met het onderzoek van Nera inzake een beoordeling van het rapport van CE Delft getiteld «Does the energy intensive industry obtain windfall profits through the EU Emission Trading Scheme (ETS)?»1

Vraag 2

Deelt u de conclusie van Nera dat het onderzoek van CE Delft tekort schiet als het gaat om objectief feitenonderzoek en dat zij fundamentele economische en econometrische vraagstukken in haar analyse negeert? Zo nee, kunt u dan aangeven welke conclusies van het Nera-onderzoek u niet deelt en waarom niet?

Vraag 3

Ziet u aanleiding om uw standpunt, zie beantwoording Kamervragen2, dat het gelet op de uitkomsten van de CE Delft studie zeer aannemelijk is dat de waarde van emissierechten in de onderzochte periode inderdaad (deels) is doorberekend, te herzien? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Heeft het verschijnen van dit rapport gevolgen voor de Nederlandse inzet in Europees verband inzake emissiehandel, met name waar het de energie-intensieve industrie betreft die immers is blootgesteld aan wereldwijde internationale concurrentie (carbon leakage)?


XNoot
1

Eurofer.org, «Climate Change: Nera review of CE Delft Study «Does the energy intensive industry obtain windfall profits through the EU ETS?», oktober 2010.

XNoot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2009–2010 nr. 2706.

Naar boven