Vragen van de leden Van Miltenburg en Ten Broeke (beiden VVD) aan de ministers van Defensie en van Buitenlandse Zaken over de moeilijke positie van Afghaanse tolken die actief zijn geweest voor de Task Force Uruzgan (ingezonden 21 juli 2010).

Vraag 1

Bent u op de hoogte van het feit dat meer dan honderd Afghaanse tolken, die in de afgelopen periode actief zijn geweest voor de Task Force Uruzgan, zich ernstige zorgen maken over hun toekomst in Afghanistan resp. Uruzgan wanneer de Nederlandse missie daar zal zijn beëindigd?1

Vraag 2

Bestaat er nog onduidelijkheid over de vraag of de Amerikanen en de Australiërs deze tolken zullen overnemen van de Task Force Uruzgan en bestaat bovendien bij veel van de betrokken tolken tegenzin om hun diensten aan te bieden aan de Amerikanen en de Australiërs omdat ze zich goed thuis voelden bij de aanpak van de Nederlandse militairen maar niet bij de minder omzichtige aanpak die zij kenmerkend achten voor Amerikanen en Australiërs? Is metterdaad een aantal tolken die eerst voor de Nederlandse militairen actief waren en daarna enige tijd voor de Amerikanen en Australiërs, vervolgens gestopt met dit werk omdat zij de Amerikanen en de Australiërs «gewelddadig» vonden?

Vraag 3

Schrikken sommige tolken ervoor terug om weer naar hun families te gaan uit angst voor represailles door de Taliban?

Vraag 4

Hebben andere ISAF-partners programma’s waarbij tolken actief worden begeleid of waarbij zelfs verblijfsvergunningen (greencards) worden aangeboden?

Vraag 5

Op welke wijze wilt u steun geven aan de Afghaanse tolken van de Task Force Uruzgan?


XNoot
1

Ontleend aan Radio Nederland Wereldomroep, 20 juli 2010, zie: http://www.rnw.nl/nederlands/print/14964 en

http://www.rnw.nl/nederlands/article/afghaanse-tolken-kamp-holland-laat-ons-barsten .

Naar boven