Vragen van het lid Koopmans (CDA) aan de ministers voor Wonen, Wijken en Integratie en van Verkeer en Waterstaat over het dragen van een niqaab (ingezonden 20 juli 2010).

Vraag 1

Kent u het bericht «Draagster niqaab in Uden uit bus gezet»?1

Vraag 2

Bent u van mening dat het gedrag van de chauffeur onbehoorlijk is geweest en excuses op zijn plaats zijn?

Vraag 3

Deelt u de mening dat het gedrag van de chauffeur te billijken is aangezien de niqaab het gelaat, slechts op de ogen na, bedekt en er geen herkenning noch identificatie kan plaatsvinden?

Vraag 4

Kunt u uiteenzetten wat de laatste stand van zaken is met betrekking tot gelaatsbedekking in het openbaar vervoer, wat uw standpunt is en wat u de afgelopen periode richting vervoersbedrijven heeft ondernomen, zoals aangekondigd in uw antwoord op de feitelijke vragen van collega Sterk (bij de begrotingsbehandeling Wonen, Wijken en Integratie 2010)?2

Vraag 5

Bent u bereid om het vervoersbedrijf er op te wijzen dat in het kader van het vergroten van de veiligheid en het veiligheidsgevoel in het openbaar vervoer het noodzakelijk is dat mensen herkend kunnen worden in een bus en dat een niqaab daarbij niet past, dit ook gezien de ontwikkelingen in het buitenland en de mogelijke verboden van gelaatsbedenkende kleding zoals niqaabs en burqa’s in België, Spanje en Frankrijk?


XNoot
1

Brabants Dagblad, 14 juli 2010, «Draagster niqaab in Uden uit bus gezet».

XNoot
2

2009D59169.

Naar boven