Vragen van het lid Van Tongeren (GroenLinks) aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over het rapport «Beleidsgericht onderzoeksprogramma fijn stof» (ingezonden 9 juli 2010).

Vraag 1

Kent u het rapport «Beleidsgericht onderzoeksprogramma fijn stof» van het Planbureau voor de Leefomgeving, het Energieonderzoek Centrum Nederland, het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu en TNO?1

Vraag 2

Welke consequenties voor uw beleid inzake het verbeteren van de luchtkwaliteit zou de conclusie kunnen hebben, dat 70 tot 80 procent van het fijn stof (PM10) afkomstig is uit door menselijk handelen gevormde bestanddelen, 25 procent meer dan tot dusverre werd aangenomen?

Vraag 3

Bent u bereid vervolgonderzoek te laten doen naar het gegeven dat de trends in de concentraties verontreiniging in steden niet zo eenduidig zijn? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Welke consequenties voor uw beleid rond het verbeteren van de luchtkwaliteit trekt u uit de conclusie dat de Nederlandse bijdrage aan fijn stofconcentraties hoger is dan eerder verondersteld en er dus minder uit het buitenland komt «aanwaaien»?

Vraag 5

Wat is uw reactie op de uitgesproken verwachting dat er zowel extra nationaal als Europees beleid nodig is als de Europese doelstelling voor PM2,5 die in 2012 bekend wordt gemaakt op basis van gegevens uit voorgaande jaren aan de hoge kant uitvalt?

Vraag 6

Ziet u in deze waarschuwing aanleiding om de lucht in zeer vervuilde binnensteden schoner te maken door (versnelde) invoering van milieuzones voor bestelwagens, het afschaffen van het belastingvoordeel op rode diesel of het uitbreiden van 80-kilometerzones? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Wat is uw reactie op de conclusie dat de afname van de concentratie fijn stof in de periode tussen 1990 en 2000 sneller ging dan nu, dus dat maatregelen die als «laaghangend fruit» zijn te beoordelen al genomen zijn?

Vraag 8

Was u bekend met het feit dat houtkachels en open haarden op winterdagen lokaal verantwoordelijk zijn voor 30 tot 40 procent van de fijn stofconcentraties en ziet u in deze conclusie aanleiding beleid te ontwikkelen om deze piekconcentraties door kachels terug te brengen? Zo ja, ziet u bijvoorbeeld mogelijkheden voor het stellen van normen aan kachels of haarden via de EU of in het bouwbesluit? Zo nee, waarom niet?

Vraag 9

Bent u bereid de zeezoutaftrekregeling te herzien, zoals geadviseerd wordt, omdat er naar nu blijkt veel minder zeezout in de lucht zit dan werd verondersteld op het moment van de totstandkoming van die aftrekregeling? Zo nee, waarom niet?

Vraag 10

Acht u het waarschijnlijk dat de EU de regels voor de zeezoutaftrek gaat herzien, nu blijkt dat de aannames daaromtrent niet correct blijken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u daarop anticiperen?


XNoot
1

http://www.pbl.nl/nl/publicaties/2010/Beleidsgericht-onderzoeksprogramma-fijn-stof.-Resultaten-op-hoofdlijnen-en-beleidsconsequenties.html

Naar boven