Vragen van het lid Thieme (PvdD) aan de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de nieuwe Q-koortsbesmetting in Lunteren (ingezonden 9 juli 2010).

Vraag 1

Is het waar dat er in Lunteren een nieuw bedrijf besmet is verklaard met Q-koorts?

Vraag 2

Wanneer en op welke wijze is de diagnose Q-koorts gesteld?

Vraag 3

Kunt u toelichten waarom u stelt dat alle geiten op dit bedrijf tijdig en volledig gevaccineerd zijn? Wanneer hebben de beide vaccinatierondes plaatsgevonden?

Vraag 4

Is het waar dat de Q-koorts besmetting heeft plaatsgevonden nadat de dieren gevaccineerd werden?

Vraag 5

Is het waar dat u niet kunt kwantificeren in welke mate er door een gevaccineerd dier minder bacteriën worden uitgestoten dan door een niet-gevaccineerd dier?

Vraag 6

Waarom stelt u in uw persbericht dat vaccinatie een besmetting met de Q-koorts voorkomt, terwijl bekend is dat dit niet het geval is1, en juist ook deze nieuwe besmetting van gevaccineerde geiten bewijst dat de vaccinatie besmetting niet dus voorkomt? Bent u bereid uw persbericht te rectificeren en volledige openheid te betrachten over de – beperkte- werking van het vaccin? Zo neen, waarom niet? Zo ja, op welke wijze?

Vraag 7

Is het waar dat u naast het instellen van een bezoekersverbod geen extra maatregelen treft voor dit bedrijf? Zo ja, waarom is dit het geval, terwijl vorig jaar de drachtige dieren nog geruimd moesten worden en de niet drachtige dieren een levenslang fokverbod opgelegd hebben gekregen?

Vraag 8

Is het waar dat er bedrijven zijn die vorig jaar in dezelfde situatie verkeerden als dit bedrijf in Lunteren, namelijk dat zij volledig gevaccineerde, niet drachtige dieren hadden waarbij een besmetting werd geconstateerd en dat deze dieren een levenslang fokverbod hebben opgelegd gekregen omdat de risico’s voor de volksgezondheid van het fokken met deze dieren te groot werden geacht? Zo ja, wat is dan het verschil met de huidige situatie in Lunteren en wat rechtvaardigt hierin het verschil in opgelegde maatregelen? Zo neen, welke verschillen constateert u dan en in welke mate is het risico voor de volksgezondheid hier dan anders?

Vraag 9

Deelt u de mening dat het zorgelijk is dat er een nieuw geval van Q-koorts is geconstateerd bij een volledig gevaccineerd bedrijf?

Vraag 10

Deelt u de mening dat de maatregelen te snel versoepeld zijn en dat dit soort nieuwe gevallen bewijzen dat het gevaar van de Q-koorts nog zeker niet geweken is?

Vraag 11

Kunt u bevestigen dat er een gerede kans bestaat dat de besmette dieren op het bedrijf in Lunteren, wanneer zij drachtig worden, de bacterie zullen uitstoten en dat dit nieuwe ziektegevallen kan veroorzaken, mede in het licht van de toch al hoge concentratie van de bacterie in het milieu?

Vraag 12

Welke belangenafweging ligt ten grondslag aan uw beslissing om voor dit besmette bedrijf geen fokverbod af te kondigen en op welke wijze is het belang van de gezondheid van de omwonenden daarin meegenomen?

Vraag 13

Deelt u de mening dat het opheffen van de fok- en aanvoerverboden niet in het belang van de volksgezondheid zijn? Zo neen, waarom niet?

Vraag 14

Bent u bereid de dieren op het besmet verklaarde bedrijf in Lunteren een levenslang fokverbod op te leggen? Zo neen, waarom niet?

Vraag 15

Bent u bereid af te zien van uw voornemen om het fok- en aanvoerverbod te versoepelen op 15 juli en de maatregelen van kracht te laten totdat minstens een half jaar geen nieuwe besmettingen bij dieren zijn vastgesteld? Zo neen, waarom niet?

Bent u bereid, gezien de urgentie door de voorgenomen versoepeling van de maatregelen per 15 juli, deze vragen binnen een week te beantwoorden?


XNoot
1

Kamerstuk 28 286, nr. 421.

Naar boven