Vragen van de leden De Krom en Harbers (beiden VVD) aan de ministers voor Wonen, Wijken en Integratie en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over subsidie voor het aantrekken en begeleiden van niet-westerse allochtone studenten (ingezonden 5 juli 2010).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Ministerie: Miljoenen voor meer allochtonen op universiteit»?1

Vraag 2

Is het waar dat het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap € 3 mln. beschikbaar stelt aan universiteiten in de Randstad om meer niet-westerse allochtonen naar de universiteit te krijgen en om uitval onder deze groep te verminderen?

Vraag 3

Op welke wijze dienen de universiteiten deze subsidie te besteden? Op welke resultaten worden zij afgerekend?

Vraag 4

Kunt u uiteenzetten hoe de universiteiten constateren dat er sprake is van een niet-westerse allochtone student in plaats van een autochtone student?

Vraag 5

Waarom wordt deze subsidie exclusief beschikbaar gesteld voor niet-westerse allochtone studenten? Is uitval bij autochtone studenten geen probleem? Hebt u ook een subsidieregeling opgezet voor het bevorderen van wetenschappelijk onderwijs voor autochtone studenten? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Deelt u de mening dat het beschikbaar stellen van subsidie voor het aantrekken van niet-westerse allochtone studenten oneerlijk is voor autochtone studenten, die dit voordeel niet genieten, en impliciet niet-westerse allochtone studenten neerzet als een groep die zonder extra hulp niet in staat zou zijn een studie af te ronden?


XNoot
1

Elsevier, 30 juni 2010.

Naar boven