Vragen van de leden Ouwehand (PvdD), El Fassed en Peters (beiden Groen Links) en Van Gerven (SP) aan de ministers van Buitenlandse Zaken en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de rechtmatigheid van het proces tegen Greenpeace activisten in Japan (ingezonden 5 juli 2010).

Vraag 1

Kunt u aangeven op welke wijze u het proces tegen Junichi Sato en Toru Suzuki, die in Japan de corruptie rond de handel in walvisvlees aantoonden1, heeft gevolgd en hoe u zich heeft ingezet voor een gedegen en eerlijke rechtsgang?

Vraag 2

Deelt u de mening dat Nederland en de EU actief op moeten komen voor de rechten van Junichi Sato en Toru Suzuki in het kader van de EU richtlijnen voor de bescherming van, en steun aan, mensenrechtenverdedigers? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u dit doen?

Vraag 3

Waarom stelt u in een brief aan Greenpeace Nederland2 dat van een mogelijke schending van internationale verdragen geen sprake is? Kunt u uiteenzetten hoe u tot deze conclusie gekomen bent, gelet op de conclusie van de VN-werkgroep Arbitraire Detentie dat bij de aanhouding en vervolging van Junichi Sato en Toru Suzuki een aantal artikelen van de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens en het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten is geschonden?3

Vraag 4

Betekenen uw bovengenoemde uitspraken dat u afstand doet van uw beantwoording van eerdere Kamervragen4, waarin u bevestigt dat de uitspraken van de VN-werkgroep Arbitraire Detentie gezaghebbend zijn? Zo ja, kunt u een verklaring hiervoor geven? Zo neen, kunt u toelichten hoe uw uitspraken zich tot elkaar verhouden?

Vraag 5

Heeft u – gelet op uw toezegging5 – de Japanse regering inmiddels laten weten dat Nederland zich schaart achter de werkgroep van de VN-mensenrechtenraad in haar veroordeling van het proces tegen deze Greenpeace-activisten? Zo ja, kunt u toelichten wanneer dat is gebeurd en hoe dat gesprek verlopen is? Zo neen, waarom heeft u de kwestie niet aan de orde gesteld tijdens de afgelopen bijeenkomst van de International Whaling Committee?

Vraag 6

Bent u bereid bij uw ambtsgenoot in Japan aan te dringen op heropening van het corruptieonderzoek, een eerlijke procesgang voor de twee actievoerders en naleving van de internationale verdragen? Zo neen, waarom niet?

Vraag 7

Is het waar dat beide activisten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 18 maanden boven het hoofd hangt, omdat ze een doos met walvisvlees voor menselijke consumptie hebben ontvreemd om onoorbare praktijken aan te tonen? Hoe beoordeelt u een dergelijke strafmaat in een beschaafd en democratisch land?

Vraag 8

Is het waar dat in Japan in 99% van de gevallen op arrestatie ook een daadwerkelijke veroordeling volgt? Wat zegt u dat over het door Japan gehanteerde rechtssysteem in relatie tot de beginsel van en democratische rechtsstaat?


XNoot
1

http://edition.cnn.com/2010/OPINION/06/24/sato.iwc.whales/index.html?iref=allsearch&fbid=MpAgNcETjzm

XNoot
2

Brief van 23 juni 2010 van het ministerie van Buitenlandse Zaken aan de directeur van stichting greenpeace Nederland, referentie DAO-238/10.

XNoot
3

Uitspraak d.d. 16 maart 2009/Opinion No.9/2009, paragraaf 28.

XNoot
4

Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 2009–2010, nr. 1875, antwoord vraag 2.

XNoot
5

Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 2009–2010, nr. 1875, antwoord vraag 4.

Naar boven