Vragen van de leden Pechtold (D66), Dijsselbloem (PvdA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD) en Smits (SP) aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht dat de Isaac Beeckman Academie wordt gedwongen zijn deuren te sluiten (ingezonden 23 juni 2010).

Vraag 1

Is het waar dat u op 11 juni 2010 besloten heeft dat de Isaac Beeckman Academie de startvergoeding over het schooljaar 2009/2010 spoedig moet terugbetalen? Zo ja, hoe verhoudt dit besluit zich tot de artikelen 5 en 6 van de beleidsregel startbekostiging waarin staat dat het definitieve besluit over bekostiging in december moet worden meegedeeld?

Vraag 2

Is het waar dat u op 26 februari 2009 het bestuur van de Isaac Beeckman Academie hebt ingelicht over het door u in november 2008 genomen besluit dat de school in september 2009 van start kon? Zo ja, hoe verhoudt zich dit tot artikel 70 WVO (oude stijl), waarin staat dat het besluit binnen vier weken aan het bestuur moet worden verzonden?

Vraag 3

Bent u het er mee eens dat het bestuur na 26 februari jl. geen redelijke kans meer had nog leerlingen te werven, omdat de inschrijving op 1 april sluit en de open dagen van andere scholen allemaal al achter de rug waren?

Vraag 4

Is het waar dat u tenminste in december 2009 op de hoogte was van het feit dat de school hierdoor dit schooljaar geen leerlingen had?

Vraag 5

Wat is de reden voor het te laat communiceren van uw besluit over de start van de school en het besluit over de startbekostiging? Wat gaat u doen om in de toekomst tijdig uw besluiten te nemen en te communiceren?

Vraag 6

Hoe verhoudt het te late besluit over de startbekostiging zich tot uw normen voor betrouwbaar bestuur door de overheid? Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat schoolbesturen in de toekomst uit kunnen gaan van de wet en van de beleidsregels?

Vraag 7

Is het waar dat u op 11 juni 2010 besloten heeft dat de Isaac Beeckman Academie over 2009/2010 noch de reguliere vaste personele bekostiging, noch de reguliere vaste bekostiging exploitatiekosten ontvangt, omdat de school nog geen leerlingen had en daardoor geen werkzaamheden zou hebben voortvloeiend uit het geven van onderwijs? Zo ja, hoe verhoudt zich dit besluit tot de Wet voortgezet onderwijs (WVO) art. 84 lid 3 en art. 86 lid 3a, waarin sprake is van een vaste vergoeding ongeacht het aantal leerlingen? Hoe verhoudt dit besluit zich tot de blijkens www.cfi.nl op 4 februari 2010 aan het schoolbestuur toegekende subsidie (108.000 euro) voor het verbeteren van het schoolgebouw (binnenklimaat) onder de voorwaarde dat het schoolbestuur tenminste een vrijwel even groot bedrag zou bijdragen uit zijn reguliere bekostiging? Hoe verhoudt zich dit besluit tot de beleidsvrijheid binnen de lumpsum-regeling, waarin een schoolbestuur de gelegenheid heeft om de reguliere bekostiging te gebruiken voor investeringen, bijvoorbeeld in de huisvesting?

Vraag 8

Bent u bekend met de berichten in de pers1 waaruit blijkt dat de school zeer succesvol is in het aantrekken van zowel leerlingen als docenten en in september 2010 van start kan gaan? Is het waar dat volgens de school de start echter onmogelijk is geworden door de precaire financiële situatie? Klopt het dat het schoolbestuur de verwachte reguliere bekostiging heeft gebruikt voor investeringen in het schoolgebouw, mede in het licht van WVO art.84 lid 3 en 86 lid 3a en in het licht van de voorwaarden van de door u verstrekte subsidie? Deelt u de mening dat door uw besluit om de reguliere bekostiging niet toe te kennen over schooljaar 2009/2010 er een tekort is en de school niet van start kan gaan? Bent u in het belang van de leerlingen en gezien uw late communicatie, bereid dit besluit in te trekken?

Vraag 9

Is het waar dat u ondanks de veel te late berichtgeving over de bekostiging weigert een betalingsregeling met het schoolbestuur te sluiten? Zo ja, kunt u aangeven waarom u een betalingsregeling weigert en bent u alsnog bereid een betalingsregeling af te sluiten met het schoolbestuur?


XNoot
1

Metro, 23 maart 2010.

Naar boven