Vragen van het lid Voordewind (ChristenUnie) aan de minister van Buitenlandse Zaken over het besluit van de Afghaanse regering om het werk van twee christelijke hulporganisaties te verbieden (ingezonden 9 juni 2010).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het besluit van de Afghaanse regering om het werk van twee christelijke hulporganisaties te verbieden, terwijl de betrokken organisaties benadrukken dat ze alleen hulp bieden aan de allerarmsten in Afghanistan?1

Vraag 2

Is het waar dat de Afghaanse president Karzai deze zaak zeer hoog opneemt en opdracht heeft gegeven maatregelen te nemen om bekeringen tot het christendom te voorkomen?

Vraag 3

Deelt u de mening dat, gezien het belang van godsdienstvrijheid en gezien de inspanning die Nederland verricht voor de opbouw van een democratisch en vrij Afghanistan, deze inperking van fundamentele vrijheden ongewenst is?

Vraag 4

Op welke manier treedt u in dialoog met president Karzai en het Afghaanse parlement om het belang van godsdienstvrijheid voor iedereen te benadrukken?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van de leden Haverkamp en Ferrier (beiden CDA), ingezonden 8 juni 2010 (vraagnummer 2010Z09190).


XNoot
1

Associated Free Press, 2 juni 2010: «Afghan president takes «personal interest» in suspended NGO’s».

Naar boven