Vragen van de leden Omtzigt en Spies (beiden CDA) aan de ministers van Economische Zaken en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over mogelijke windfall profits in de energie-intensieve industrie als gevolg van het gratis verdelen van rechten in het Europese emissiehandelsysteem (ETS) (ingezonden 20 mei 2010).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het onderzoek van CE Delft naar mogelijke windfall profits in de energie-intensieve industrie als gevolg van het gratis verdelen van rechten in het Europese emissiehandelsysteem (ETS)?1

Vraag 2

Deelt u de conclusie dat er bewijs is dat de energie-intensieve industrie (waaronder staalproductie en raffinage) in de vorige en huidige handelsperiode de marktprijzen van de gratis emissierechten heeft doorberekend, zodat windfall profits zijn ontstaan? Zo nee, kunt u dan aangeven welke conclusies van dit rapport u niet deelt en waarom niet?

Vraag 3

Welke gevolgen hebben de windfall profits in de elektriciteitssector en de windfall profits in de energie-intensieve industrie (gehad) voor consumenten en bedrijven?

Vraag 4

Welke beleidsconclusies en/of acties richting bedrijven verbindt u aan dit onderzoek voor de handelsperiode tot 2012, waarin kennelijk nog steeds windfall profits worden gemaakt?

Vraag 5

Welke gevolgen verbindt u aan dit onderzoek voor de lange termijn? Wat betekent dit concreet voor de Nederlandse inzet in Europees verband inzake emissiehandel, met name waar het de energie-intensieve industrie betreft? Komt hiermee de op 1 februari 20082 aan de Kamer gemelde inzet («Nederland vindt het belangrijk dat in Europees verband tegemoet wordt gekomen aan onacceptabele concurrentienadelen voor mondiaal concurrerende energie-intensieve sectoren, die geconfronteerd worden met mondiale concurrenten die geen (met de EU) vergelijkbare reductieverplichtingen kennen.») in een ander daglicht te staan?

Vraag 6

Wat is de stand van zaken en hoe ziet de planning in Europa eruit omtrent het vaststellen van de sectoren die al dan niet gevoelig zijn voor mondiale concurrentie en die dus wel of niet worden geconfronteerd met veiling van de emissierechten? Wat is de Nederlandse betrokkenheid bij dit proces?

Vraag 7

Bent u bereid verder onderzoek te verrichten naar een beter ontwerp van het emissiehandelsysteem?

Vraag 8

Zijn windfall profits in de energie-intensieve industrie eerder als mogelijk probleem in beeld gekomen? Zo nee, hoe heeft dat kunnen gebeuren, ondanks onderzoek naar emissiehandel van uw ministeries, van de Algemene Rekenkamer en van Energieonderzoek Centrum Nederland en oprichting van de Nederlandse Emissieautoriteit?


XNoot
1

CE Delft, 17 mei 2010: «Energie-intensieve bedrijven maken winst op hun gratis verkregen EU-ETS-rechten»

http://www.ce.nl/ce/nieuws/102

XNoot
2

Kamerstuk 31 209, nr. 10.

Naar boven