Vragen van de leden
Van Gerven, Leijten en Gesthuizen
(allen SP) aan de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Economische Zaken over de inval van de NMa bij de
LHV (ingezonden 4 mei 2010).
Vraag 1
Wat is uw oordeel over de inval van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) bij de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV)?
Oordeelt u hierover positief?1
Vraag 2
Welke informatie over prijsafspraken of marktverdeling hoopt de NMa bij de LHV te kunnen vinden? Is die informatie niet veel
beter te vinden bij individuele huisartsen?
Vraag 3
Heeft de NMa zelfstandig besloten tot deze inval? Heeft u c.q. het ministerie voor het tijdstip van de inval contact hierover
gehad met de NMa? Was u op enigerlei wijze op de hoogte van de aanstaande inval of vermoedde u die, op basis van concrete
informatie of door verneming bij geruchte? Is het ministerie van VWS op enigerlei wijze betrokken geweest bij de voorbereiding
van het onderzoek?
Vraag 4
Door wie wordt de NMa aangestuurd, daar waar het dossiers in de zorg betreft? Heeft u invloed op het beleid van de NMa en
zo ja, welke? Is deze inval naar uw oordeel een voorbeeld van de rol die de NMa in de toekomst moet gaan spelen?
Vraag 5
Deelt u de stelling dat het succes van huisartsenzorg valt en staat met onderlinge samenwerking? Zo ja, hoe verhoudt onderlinge
concurrentie zich daarmee?
Vraag 6
Bent u van oordeel dat de kwaliteit van huisartsenzorg erbij gebaat is als huisartsen elkaar als concurrent ervaren en daarnaar
handelen? Zo ja, kunt u drie belangrijke realistische voorbeelden geven van uitkomsten van concurrentie tussen huisartsen,
die causaal de gezondheid van de patiënt positief beïnvloeden (niet zijnde service-aspecten van het huisartsenvak of prijsvorming,
maar betrekking hebbend op kwaliteit die het ziekteproces beïnvloedt)?
Vraag 7
Bent u van oordeel dat huisartsen elkaar economisch dienen te beconcurreren, in de zin dat zij in beginsel erop uit moeten
zijn patiënten van elkaar te werven, zoals reguliere ondernemingen erop uit zijn uit economische overwegingen klanten van
elkaar af te nemen? Zou u gelukkig zijn met deze houding en verwacht u daarvan per saldo voordelen voor de betrokken patiënten
en zo ja, welke?
Vraag 8
Is er wel sprake van een markt in de huisartsenzorg die door de NMa moet worden gecontroleerd c.q. bent u van oordeel dat
de marktwerking daar dient te worden aangewakkerd?
Vraag 9
Klopt het beeld dat u naar buiten oproept dat u voorstander bent van een combinatie van concurrentie en samenwerking? Zo ja,
waar begint concurrentie, dus waar eindigt geoorloofde samenwerking? Welke vormen van samenwerking zijn naar uw oordeel niet
geoorloofd omdat die niet in de geest zijn met het concurrentie-principe van de Zorgverzekeringswet, dan wel strijdig zijn
met uw beleid? Zo nee, deelt u de mening dat concurrentie tussen huisartsen onderling meer na- dan voordelen heeft?
Vraag 10
Welke problemen voorziet u voor de zorg als huisartsen samenwerken? Welk gevaar bestrijdt de NMa met deze inval?
Vraag 11
In hoeverre kan de inval van de NMa bij de LHV de ontwikkeling op het vlak van ketenzorg afremmen of anderszins schaden? Perkt
de NMa hiermee niet de mogelijkheden voor kwaliteitsverbetering in? Vindt u dit een wenselijke situatie? Moet het NMa-principe
van «markt, tenzij» niet worden vervangen door het zorgprincipe «samenwerking, tenzij»?
Vraag 12
Wat vindt u van het voorstel van Actiz, GGZ-Nederland en de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) om de mededingingswet
buiten de orde te verklaren bij ketensamenwerkingsovereenkomsten in de zorg?2
Vraag 13
Onderschrijft u de mening van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) dat inzake de mededingingstoetsing de NMa zorgverzekeraars
coulanter lijkt te behandelen dan zorgverleners?3 Zo nee, waarom niet?
Vraag 14
Ziet u strijdigheden en/of spanningen tussen de Mededingingswet enerzijds en de Zorgverzekeringswet en uw beleidsagenda anderzijds?
Zo ja, welke? Hoe gaat u daarop beleidsmatig inspelen?
XNoot
1 Medisch Contact, 29 april 2010: «NMa bevestigt inval bij LHV»
http://medischcontact.artsennet.nl/artikel/NMa-bevestigt-inval-bij-LHV.htm
XNoot
2 Brief aan de vaste Kamercommissie VWS, 20 april 2010.
XNoot
3 Brief aan de vaste Kamercommissie VWS.