Vragen van het lid Van der Staaij (SGP) aan de minister van Verkeer en Waterstaat over veerdiensten en de daartoe verleende subsidiegelden (ingezonden 21 april 2010).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het rapport «De verdiensten van veerdiensten»?1

Vraag 2

Hoe beoordeelt u de conclusies en aanbevelingen van deze rapportage, in het bijzonder als het gaat om de conclusies ten aanzien van het onvolkomen provinciaal beleid ten aanzien van veerdiensten?

Vraag 3

Bent u bereid dit rapport mee te nemen in de door u toegezegde evaluatie inzake de omvang en effecten van gedane investeringen in veren, mede in relatie tot de toegekende subsidies aan de verenvloot?2 Wanneer zal genoemde evaluatie door u naar de Kamer worden verstuurd?

Vraag 4

Hoe beoordeelt u het zorgelijke gegeven, dat verschillende provincies géén vervolgbeleid zullen voeren ten aanzien van de veren op het moment dat de subsidiemiddelen zijn uitgeput?

Vraag 5

Hoe wilt u dit ondervangen? Bent u bereid hierover het gesprek aan te gaan met de betreffende decentrale overheden?

Vraag 6

Hoe beoordeelt u het feit dat provincies zeer diverse normen («wildgroei») hanteren bij het toekennen van gelden aan de veren en verschillende provincies de ontvangen subsidiegelden zelfs in het geheel niet hebben besteed aan de veren? Zou het scheppen van een nationaal kader voor de besteding van de desbetreffende subsidiegelden hieraan tegemoet kunnen komen, zoals gesuggereerd in het genoemde rapport?


XNoot
1

«De verdiensten van veerdiensten», uitgave van het Landelijk Veren Platform, 2010.

XNoot
2

Brief aan de Tweede Kamer van de minister van V&W, 23-10-2006, niet-dossierstuk vw06000826.

Naar boven