Vragen van het lid Pechtold (D66) aan de minister van Justitie over een Rijksrecherche onderzoek naar de schrijfproeven in de Deventer moordzaak (ingezonden 20 april 2010).

Vraag 1

Erkent u dat het overschrijven van een hele bladzijde strijdig is met de forensische norm voor het afnemen van een schrijfproef?1

Vraag 2

Waarop baseert u de «overschrijfhypothese» terwijl die door de feiten en de betrokken getuigen wordt tegengesproken en allen stellen dat alles volgens de richtlijnen is verlopen en zich geen bijzonderheden hebben voorgedaan?

Vraag 3

Uit welke agenda-aantekeningen of verklaring van mevrouw W., van haar advocaat of van de betrokken rechercheur blijkt dat er een hele bladzijde zou zijn overgeschreven en de originele bladzijde is weggegooid?

Vraag 4

Waarom heeft de Rijksrecherche de mogelijkheid van het weggooien niet onderzocht, nu dit de pijler lijkt te zijn onder uw antwoord?

Vraag 5

Waar in het rapport en door welke onderzoeksactiviteiten is de fraudehypothese van de Rijksrecherche weerlegd, anders dan het horen van getuige F. die slechts verklaart dat het ontbreken van de passage niet van invloed is geweest op de uitslag?

Vraag 6

Waarom zijn de in de bijlage2 opgenomen tegenstrijdige verklaringen van betrokkenen en onregelmatigheden in combinatie met de onmogelijke tijdlijn en de onverklaard gebleven ontbrekende passage, in tegenstelling tot hetgeen fraude-experts3 en statistici (zoals Richard Gill) volgens u geen aanwijzingen voor frauduleus handelen?

Vraag 7

Hoe verhouden deze feiten en verklaringen zich tot uw antwoord op de achtste vraag van de eerder gestelde Kamervragen dat de geformuleerde eventualiteiten zich niet hebben voorgedaan?

Vraag 8

Kunt u per punt van bijlage 1 uiteenzetten waarom de Rijksrecherche geen onderzoek (aanvullende vragen etc.) naar de fraudeaanwijzingen heeft verricht dan wel kunt u de pagina’s noemen, waarop de onderzoeksactiviteiten (inclusief de uitkomsten) zijn beschreven?


XNoot
1

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2009–2010, nr. 1788.

XNoot
2

Bijlage onderhands aan bewindspersoon verstrekt.

XNoot
3

Bijvoorbeeld Warren, Gorham and Lamont: Red Flags for Fraud: inconsistent, vague or implausible responses arising from inquiries, missing documents, alterations on documents, inconsistent dates, unexplained circumstances.

Naar boven